§1.4 Nederland als parlementaire democratie (alleen schema's)

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
H1 Staatsinrichting van Nederland
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 140 min

Items in this lesson

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
H1 Staatsinrichting van Nederland

Slide 1 - Slide

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
Het vormen van een bestuur
Leerdoelen A:
  • Ik kan drie directe verkiezingen beschrijven en één indirecte verkiezing beschrijven. 
  • Ik kan uitleggen uit hoe de Tweede Kamer werkt aan de hand van de begrippen coalitie & oppositie
Begrippen:
referendum
coalitie
oppositie
B
Rechten en taken van het parlement
Leerdoel B:
  • Ik kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben. 
  • Ik kan aan de hand van vijf stappen uitleggen hoe een wetsvoorstel wordt ingediend. 
Begrippen:
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
C
Rechten in de democratie
Leerdoel C:
  • Ik kan drie manieren noemen waarop de Nederlandse burger wordt beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.
  • Ik kan uitleggen welke twee regels er gelden in een rechtstaat én hoe er door de scheiding der machten nooit te veel macht komt bij één groep of persoon.
Begrippen:
klassieke grondrechten
sociale grondrechten
rechtsstaat

 
recht van initiatief
recht van amendement
 
wetgevende macht
uitvoerende macht
rechterlijke macht

Slide 2 - Slide

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
A: het vormen van een bestuur 
  • Een bestuursvorm waarbij het parlement bestuurt en gekozen wordt door het volk.  

Slide 3 - Slide

 §1.4 Nederland als parlementaire democratie
 A Het vormen van een bestuur (blz. 28)
















Begrippen: Coalitie, 

Historische personen: 

Jaartallen: 
Samenvatting
Leerdoelen A:
  • Ik kan drie directe verkiezingen beschrijven en één indirecte verkiezing beschrijven.
  • Ik kan uitleggen uit hoe de Tweede Kamer werkt aan de hand van de begrippen coalitie & oppositie
Invloed uitoefenen op bestuur:
Directe verkiezingen
  • Gemeenteraad (bestuur van de gemeente) 
  • Provinciale Staten (bestuur van de provincies)
  • Tweede Kamer (bestuur van het land)
Indirecte verkiezingen
  •  Eerste Kamer (gekozen door de bestuurders van de provincies)
De Tweede Kamer:
  • 150 zetels. De verkiezingen bepalen hoeveel zetels (stoelen) een partij krijgt
  • Om beslissingen te nemen moet er een meerderheid voor een wetsvoorstel stemmen (de helft + 1 = minimaal 76)
  • Daarom moeten partijen samenwerken: de coalitiepartijen
  • Zij leveren ministers voor de regering.
  • De partijen die niet in de regering zitten zijn oppositiepartijen

Slide 4 - Slide

 §1.4 Nederland als parlementaire democratie
 A Het vormen van een bestuur (blz. 28)

Begrippen: Referendum, coalitie, oppositie 

Historische personen: 

Jaartallen: 
Samenvatting
Referendum
  • Direct stemmen over een wet of maatregel
  • Uitslag is een advies voor de minister

Slide 5 - Slide

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Willem 1
Willem 2
Willem 3
Wilhelmina
Juliana
Beatrix
Willem-Alexander
Staatshoofden NL vanaf 1813

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
B: Rechten en taken van het parlement

Slide 8 - Slide

 §1.4 Nederland als parlementaire democratie
B Rechten en taken van het parlement









- Leg uit welke rechten en taken alleen de tweede kamer heeft. 
- Leg uit welke rechten en taken de Eerste en de Tweede kamer hebben. 



Begrippen: 
Historische personen: 
Jaartallen: 
ZIE VOLGENDE BLADZIJDEN.
Samenvatting
Leerdoel : 
  • Ik kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.  (blz. 30)

Slide 9 - Slide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Alleen de
Tweede Kamer
Eerste - en
Tweede Kamer 

Slide 10 - Slide

Rechten van ministers

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Wetgevende bevoegdheid

Slide 11 - Slide

Rechten van ministers

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Wetgevende bevoegdheid

Slide 12 - Slide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 13 - Slide

Hoe komt een wet tot stand? 

Slide 14 - Slide

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
C: Rechten in de democratie 

Slide 15 - Slide

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
Het vormen van een bestuur
Leerdoelen A:
  • Ik kan drie directe verkiezingen beschrijven en één indirecte verkiezing beschrijven. 
  • Ik kan uitleggen uit hoe de Tweede Kamer werkt aan de hand van de begrippen coalitie & oppositie
Begrippen:
referendum
coalitie
oppositie
B
Rechten en taken van het parlement
Leerdoel B:
  • Ik kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben. 
  • Ik kan aan de hand van vijf stappen uitleggen hoe een wetsvoorstel wordt ingediend. 
Begrippen:
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
C
Rechten in de democratie
Leerdoel C:
  • Ik kan drie manieren noemen waarop de Nederlandse burger wordt beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.
  • Ik kan uitleggen welke twee regels er gelden in een rechtstaat én hoe er door de scheiding der machten nooit te veel macht komt bij één groep of persoon.
Begrippen:
klassieke grondrechten
sociale grondrechten
rechtsstaat

 
recht van initiatief
recht van amendement
 
wetgevende macht
uitvoerende macht
rechterlijke macht

Slide 16 - Slide

 §1.4 Nederland als parlementaire democratie
 B Rechten en taken van het parlement (bz. 30)














Begrippen: Coalitie, 
Historische personen: 
Jaartallen: 
Samenvatting
Leerdoel B:
  • Ik kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.
  • Ik kan aan de hand van vijf stappen uitleggen hoe een wetsvoorstel wordt ingediend. 
  • Tweede kamer:  
  • recht van initiatief
  • recht van amendement
  • Eerste en Tweede kamer: 
  • recht van budget
  • recht van interpellatie
  • recht van enquete

Slide 17 - Slide

 §1.4 Nederland als parlementaire democratie
 C Rechtstaat (blz. 32) 











- Leg uit wat klassieke grondrechten (voorbeelden) zijn en wanneer ze werden ingevoerd. 
- Doe hetzelfde voor sociale grondrecht. 


Begrippen: Klassieke grondrecht, sociale grondrechten 
Historische personen: 
Jaartallen: 1848, 1983
Samenvatting
Leerdoel C:
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten. (zelfstandig)
  • Ik kan uitleggen welke twee regels er gelden in een rechtstaat én hoe er door de scheiding der machten nooit te veel macht komt bij één groep of persoon.
Ook NL'se burgers hebben rechten.
De belangrijkste staan in grondwet: grondrechten.
Twee soorten:
  • Klassieke grondrechten: uit grondwet van 1848.
  • Vrijheid van... (rechten die burgers beschermen tegen de overheid)
  • godsdienst
  • onderwijs
  • meningsuiting
  • drukpers: je mag je mening laten horen via internet, kranten of andere media
  • vereniging en vergadering (bijv. eigen partij oprichten) 
  • De sociale grondrechten: In 1983 aan grondwet toegevoegd. 
  • De overheid beschermt burgers tegen slechte leefomstandigheden:
  • Recht op... bestaanszekerheid, onderwijs, woongelegenheid, werk, medische zorg, bewoonbaarheid van het land en rechtsbijstand

Slide 18 - Slide

NL is een rechtsstaat. :
  1. alle burgers voorde wet gelijk
  • bestuurders en rechters moeten zich ook aan de wet houden
  • burgers en bestuurders krijgen dezelfde straffen
  • 2. rechters zijn onafhankelijk. De overheid kan ze niet zomaar ontslaan.
  • Niemand mag zomaar opgepakt of veroordeeld worden.  
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie
Leerdoel C:
  • Ik kan uitleggen welke twee regels er gelden in een rechtstaat én hoe er door de scheiding der machten nooit te veel macht komt bij één groep of persoon.

Slide 19 - Slide

  • Wetgevende macht  
  • - 1e en 2e kamer
  • - Provinciale Staten
    - Gemeenteraad 
  • Uitvoerende macht
  • - Ministers (regering)
  • Rechterlijke macht 
  • Rechters 



§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 20 - Slide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

Samenvatting 
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Wetgevende bevoegdheid
Wetgevende en controlerende
bevoegdheid
Controlerende bevoegdheid

Slide 21 - Slide