Wanneer doe je aanhalingstekens?
1. Bij een citaat/directe rede: een citaat is een uitspraak die iemand letterlijk zegt:
Voorbeeld 1: mijn vader zegt altijd: 'Moarns let, de hiele dei let.'
Voorbeeld 2: 'Heeft hij dat echt gezegd?' vraagt Jantje.
Voorbeeld 3: 'Ik heb dat niet gezegd,' zegt Jantje.
Let op: bij een citaat moet je altijd het leesteken in de citaat doen.
2. Als je een woord speciale aandacht wilt geven: Het woord 'claustrofobisch' is moeilijk om te schrijven.
3. Als je iets letterlijk overneemt: een brugklasser schreef: ' Ik vond de introductiedagen leuk.'