This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Leesvaardigheid
Klas: 2VC
Datum: 23-06-2020
Nederlands
Je hebt je boek nodig
Slide 1 - Slide
Volgende les:
Huiswerk bespreken - vragen?
H6: tekst en publiek
Deze les
Slide 2 - Slide
Welk verband geeft het signaalwoord 'waardoor' aan?
A
voorwaardelijk
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
concluderend
Slide 3 - Quiz
Volgende les:
Een schrijver houdt altijd rekening met zijn publiek; anders bereikt hij zijn schrijfdoel niet. Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:
Onderwerp
Bron
Taalgebruik
Lay-out
Tekst en publiek
Slide 4 - Slide
Volgende les:
1. Onderwerp: een tekst over jeugdpuistjes is voor jongeren en een tekst over wat je kunt doen tijdens je pensioen is voor ouderen.
Tekst en publiek
Slide 5 - Slide
Volgende les:
2. Bron: een tekst in Voetbal International is voor voetballiefhebbers en een tekst in Autoweek voor autoliefhebbers.
Tekst en publiek
Slide 6 - Slide
Volgende les:
3. Taalgebruik: een tekst in een schoolboek heeft korte zinnen en weinig moeilijke woorden vergeleken met een wetenschappelijk artikel.
In teksten die voor een specifiek publiek zijn bestemd, lees je meer jargon (vaktaal): tokkelen, plectrum, akoestiek.
Tekst en publiek
Slide 7 - Slide
Volgende les:
4. Lay-out: advertenties en teksten voor jongeren zijn vaak rijk geïllustreerd en hebben drukke, motiverende koppen en veel kleuren.
Tijdschriften voor een kleiner publiek hebben niet zoveel illustraties en zijn vaak zakelijker opgemaakt met informatieve koppen.