§3.2 Temperatuurverschillen op aarde

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhaling 3.1

Welke 4 klimaten komen voor op lage breedte?

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hogere breedte komt?

1. Blijft gelijk
2. Het wordt kouder
3. Het wordt warmer

Hoe komt het dat de begroeiing per klimaat verschilt?

In welke maand valt de meeste neerslag?

In welke maand valt de meeste neerslag?

3.2 Temperatuursverschillen op aarde

Doelen van de les

1. Je weet dat de aarde dankzij de atmosfeer een leefbaar klimaat heeft

2. Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte op de temperatuur hebben.

3. Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen. 

De ruimte: koud!

Hoe koud is het in de ruimte denk je?

1. - 180 graden Celcius
2. - 230 graden Celcius
3. - 250 graden Celcius
4. - 270 graden Celcius

De atmosfeer

Atmosfeer = luchtlaag rondom de aarde, het houdt de warmte 's avonds vast en overdag laat het niet alle warmte toe

Atmosfeer:

luchtlaag rondom de aarde, het houdt de warmte 's avonds vast en overdag laat het niet alle warmte toe

Langgolvig

Kortgolvig

Kortgolvig:

Vanuit de ruimte, gedeelte van de warmte wordt weerkaats, de rest neemt de aarde op

Langgolvig:

De verwarmde grond straalt warmte uit. Door de uitstraling van langgolvige straling wordt de lucht verwarmd

Hoe hoger hoe kouder

Vanaf de voet van de berg kom je dan achtereenvolgens:

--> loofbomen (met blaadjes) 

--> naaldbomen (met naalden) 

--> bergweide

tegen. 

--> Helemaal boven in de bergen groeit er niets. Daar zijn de rotsen kaal en ligt er eeuwige sneeuw.

Bereken de temperatuur op de verschillende hoogtes in de tekening.

Per 1000 meter stijging wordt het ..?.. graden kouder

1. 0.6 graden
2. 6 graden
3. 0.06 graden

1. Stel, je bent op vakantie in Chili en je maakt een bergtocht. Je begint in San Pedro de Atacama . 

- Hoe hoog ligt de top?....... m.

- Op welke hoogte ligt San Pedro de Atacama?......m.

2. Wat is de temperatuur in San Pedro Atacama? ......... graden celcius

3. Lees deze twee uitspraken.

'Lekker weer voor een mooie wandeling. Gelukkig heb ik mijn korte broek aan.'

'Het wordt een koude tocht. Ik trek mijn dikke trui aan.'

Welke uitspraak is slimmer?
En waarom?

De stand van de zon

Gemiddelde dagtemperatuur berekenen 

Je bekijkt de minimum dagtemperatuur en de maximum dagtemperatuur, die tel je bij elkaar op en deel je door 2

Voorbeeld: minimum dagtemperatuur is 5 graden en het maximum is 18

 5 + 17 = 22 graden                 22 : 2 = 11 graden 

Gemiddelde dagtemperatuur is dus 11 graden Celsius 

Maken

Opdracht 2, 3, 4, 5abcd, 6 en 7