HC 3: Politiek en kwaliteit van het bestuur

Globalisering
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GlobaliseringHBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Globalisering

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Terugblik HC 2
Samenvatting deel 2
Onderdeel van eerdere fasen:   
•Westerse expansie en tanende dominantie.    
•Ontdekkingsreizen, slavernij en handelsposten   
•Koloniale exploitatie   
•Onafhankelijkheid en het koloniale trauma   
•Mondialisering en de opkomende markten  
Samenvatting deel 1
•Oorspronkelijk jagers en verzamelaars (natuurvolken).    
•Nieuwe steentijd:    
•Agrarische revolutie.    
•Tribale samenleving    
•Boerensamenleving,    
•Handelskapitalisme (huisnijverheid. )   
•Industriële revolutie.   
•Postindustriële maatschappij en ICT revolutie   

Slide 4 - Slide

Project: internationalisering met CPUT 
Wat willen we bereiken?
Dat we studenten hun beeld laten verruimen en tot rijkere inzichten komen t.a.v. globalisering.
Waarom doen we dit?
Omdat wij het belangrijk vinden dat studenten wereldburgers worden en vanuit een breed perspectief naar de wereld kijken.
Hoe gaan we deze samenwerking doen?
  • Per week een vraag beantwoorden
  • In groepen een video maken waarin je de vraag beantwoord (Engels)
  • Uploaden op onze grid in FlipGrid

Slide 5 - Slide

FlipGrid
Gridcode
globalization1819
Grid-password
CPUTHAN1819

Slide 6 - Slide

FlipGrid: opdracht
  • Groepen van 4 
  • Video opnemen

Vraag: How can we teach our students to use different ways of looking at howwealth and poverty are distributed along countries and/or people?
timer
20:00

Slide 7 - Slide

Lesdoelen H3
Centrale vraag
Hoe kan ontwikkeling plaatsvinden?
Bril
Economisch
3 hoofdpijlers tot ontwikkeling
  1. Beleid
  2. Handel & specialisatie
  3. Hulp

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Pijler 1: ontwikkeling door beleid

Slide 10 - Slide

Drie opties via beleid
2. Belastingheffing (Brookfield) p.88/89
  • Wetgeving
  • Op vermogende groepen → herverdeling inkomen
  • 'Balanced growth'
1. Formalisatie's sneller maken (informele sector) (De Soto) p.96-99
  • Probleem: bezittingen niet in kapitaal om te zetten (= geen eigenaar)
  • Bureacratische procedures verminderen +
  • Juridische regels vereenvoudingen mbt eigendomsrecht
3. Sociaal
  1. Culturele modernisering ↔ westerse waarden?!  (p.104)
  2. 'Pro-poor growth'/basisbehoeftenbenadering → empowerment armen (ideeën World Bank) → sleutel? → alleen i.c.m. 'enabling environment' → multidimensionale aanpak (p.107-109)
  3. Zelfbevestiging belangrijker dan prestaties (McClelland, p.105) Westen = individuele prestatiedrang →   toch prestatiedrang in Niet-westerse landen (= voor het collectief) → navolging is niet perse de beste route (zie NIC's met 'self help'/community development)

Slide 11 - Slide

Pro-poor growth (sleutel?) (basisbehoeften  benadering)
Formalisatie's sneller maken (informele sector) (De Soto, 1986, 2000)
Rol WTO (H5) Wel/niet bij infant industries?
Belastingheffing (Brookfield, 1975)

Slide 12 - Drag question

Einde HC 3, deel I

Slide 13 - Slide

Pijler 2: ontwikkeling door handel & specialisatie

Slide 14 - Slide

Drie economische perspectieven
Adam Smith
David Ricardo
  • Comperatieve kostenvoordeel
  • Elk land moet doen waar die het beste/goedkoopste in is
  • Specialisatie per land + vrijhandel = goed voor iedereen
John Maynard Keynes
  • Voorstander van overheidsingrijpen
  • Anti-cyclisch begrotingspolitiek
  • Investeren in een crisis en bezuinigen bij EC groei
  • Doel: werkgelegenheid creëren 

Slide 15 - Slide

Specialisatie
Overheids-ingrijpen
Comperatieve kosten voordeel

Slide 16 - Drag question

Pijler 3: ontwikkeling door hulp

Slide 17 - Slide

Twee hoofdvormen voor hulp
1. Ontwikkelingshulp
  • Economisch zelfstandig maken 
2. Kapitaalinjecties
  • Hoop op 'Trickle down' effect (= langzaam aan worden de armen bereikt) → Het principe van Hirschman  (p.90)
  • Dit werkt niet: ze worden niet bereikt
  • Wel binnenlandse EC groei, maar juist een stijging van sociale ongelijkheid
  • Gunnar Myrdall (p.91) ziet een groeiende 'centrum' t.k.v. 'periferie'
  •  Twee effecten:
  • Spread effects (= gebieden met grote winstverwachting worden opgezocht) (p.103)
  • Backwash effects (= gebieden met een geringe winstverwachting worden gemeden) (p.111)

Slide 18 - Slide

Spread Effects
Backwash effects
Trickle down

Slide 19 - Drag question

Samenvattende schema H3

Slide 20 - Slide

Kern ontwikkelingsprobleem (p.88)
  • Kapitaalgebrek
  • Dus.... impuls nodig:
- (buitenlandse) investeringen
- Verbeteringen in de technologie

Slide 21 - Slide

EC groei d.m.v. industriële ontwikkeling
  • Rostow (p.94)
  • 5 fases
  • Uitgangspunt = ontwikkelingslanden nemen min of meer ook de weg van het industrieel kapitalisme
  • Belangrijke kanttekening: zijn de condities voor ontwikkeling in de niet-westerse wereld vergelijkbaar met die van rijke landen vroeger? → Vaak niet, soms wel zoals de NIC's (p.95)

Slide 22 - Slide

Ontwikkeling vanuit de externe omgeving bekeken...
d                                                               Verwante theorie = 'Dependencia-theorie'(p.111)



















Centrum-periferie theorie
"Onderontwikkeling = gevolg van de ongelijkwaardige, asymmetrische, politieke en economische mutaties tussen centrum en periferie"
  • Friedman spreekt over een 'quasi-koloniale mutatie' als het binnen een land gebeurd.
  • Steden (= centrum) zuigen grondstoffen, arbeiders en kapitaal uit de omliggende gebieden (= periferie)
  • Dit systeem bestaat op alle wereldniveau's.
Dependencia-theorie
Onderscheid zich van de 'centrum-periferie' door:
  • Grote aandacht voor de historisch gegroeide relaties tussen arme & rijke landen.
  • Geënt op de situatie in Latijns-Amerika
Verklaart onderontwikkeling in L-A door:
  • Europese koloniale exploitatie (16e-18e eeuw)die, na de onafhankelijkheid (19e eeuw) werd gevolgd door overheersing door het Westers industrieel kapitalisme (eerst Britten, daarna N-A)
  • Gevolgen: 'surplus value' → surplus periferie (L-A) naar centrum (N-A)
  • surplus = kapitaalvlucht naar het buitenland, rentebetalingen op buitenlandse schulden en ongelijke ruil grondstoffen vs industriële producten
Het kapitalisme wordt afgewezen als middel tot ontwikkeling (p.112)
Wat wel? revolutie vanuit de periferie in socialistische zin (kapitaal + productiebeslissingen in handen van de gemeenschap)


Self-reliance ( zelfvoorzienend) (p.116)
  • Minder afhankelijk van het buitenland  → richten op binnenlandse markt
  • Controle houden over eigen hulpbronnen
  • Bevordering handel met buurlanden

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide