4havo - Les 8 - 5.3 Warmtestroom en warmte-uitwisseling (NIEUW)

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Titel van de les
Subtitel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Slide

Overzicht Periode #
  • Thema:
  • Benodigde lesmaterialen:
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
Type hier in Schulbuch
...



...
...
...
...
...

Slide 5 - Slide

Wat heb je bij je?
4p Boek
5p Laptop
2p Geo
4p Rekenmachine (geen grafische)
2p Pen + potlood + gum
2p Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap
8p BINAS
                                       Hoeveel punten scoor je?

Slide 6 - Slide

Bereken in het juiste aantal significante cijfers:
1,4 × 19,0 =
A
3 × 10²
B
27
C
26,6
D
26,60

Slide 7 - Quiz

Welke vorm van warmte-
transport wordt hier afgebeeld?
A
warmtestraling
B
warmtestroming
C
warmtegeleiding
D
warmte

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt berekeningen maken en redeneren
met de formule voor de warmtestroom door een 
voorwerp.

Je kunt berekeningen maken en redeneren
met de formule voor de warmte die een stof
opneemt of afgeeft.

Slide 9 - Slide

Warmte(stroom)
Warmte stroomt altijd vanzelf van de hoge temperatuur
naar de lage temperatuur.
Hoe groter het temperatuurverschil ΔT, hoe groter de warmtestroom.

Slide 10 - Slide

Warmte(stroom)

Slide 11 - Slide

Warmte(stroom)
Voorbeeld: thermoskan

Slide 12 - Slide

Warmtestroom
Hoeveelheid warmte die per seconde ergens door heen stroomt.

Slide 13 - Slide

Warmtegeleidingscoëfficiënt



Thermische geleidbaarheid / warmtegeleidingscoëfficiënt zegt hoe goed een stof geleidt (Zie BINAS tabel 8 t/m 12)

De eenheid van deze grootheid is W m-1 K-1


Slide 14 - Slide

Warmtestroom door een materiaal
.






                                                                                            ΔT = TB - TA

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Warmte en temperatuur
Om een kilo water op te warmen heb je meer energie/warmte nodig dan om een halve kilo water op te warmen.

De hoeveelheid warmte die je nodig hebt hangt af van de hoeveelheid materiaal die je wilt verwarmen.

Slide 17 - Slide

Warmte en temperatuur
Om een kilo water op te warmen heb je meer energie/warmte nodig dan om een kilo ijzer op te warmen.

De hoeveelheid warmte die je nodig hebt hangt af van het soort materiaal.

De hoeveelheid warmte die je nodig hebt om één kilo van een stof één kelvin te laten stijgen heet de soortelijke warmte.

Slide 18 - Slide

Soortelijke warmte

Slide 19 - Slide

Joulemeter
Met een joulemeter kun je meten
hoeveel warmte een vloeistof of 
voorwerp heeft opgenomen of
afgegeven.

Slide 20 - Slide

Aan de slag
voorbeeld 7 HS 5 
Opdrachten 18 t/m 20 samen!

Slide 21 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 22 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 23 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide