Past Simple vs Present Perfect (Herhaling)

Past Simple & Present Perfect
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Past Simple & Present Perfect

Slide 1 - Slide

Past Simple

Slide 2 - Mind map

Present Perfect

Slide 3 - Mind map

Past Simple
  • Afgesloten > vaak tijdsbepaling in de zin. (yesterday, last year, a minute ago, etc. 

  • ww + (e)d / onregelmatig ww (2e rijtje)
  • did not + ww  (ontkennend)
  • did + ond + ww (vragend)

Slide 4 - Slide

Present Perfect
  • Onbekend wanneer in het verleden
  • Verleden begonnen, nu nog bezig
  • Je ziet het gevolg van de actie nog

  • have/has + volt. dw. 
  • have not/has not + volt. dw. (ontkennend)
  • have/has + ond + volt. dw. (vragend)

Slide 5 - Slide

Present Perfect
Denk aan FYNE JAS!
- For
-Yet
- Never
- Ever
- Just
- Already/ Always    - Since

Slide 6 - Slide

LET OP!
Vul bij deze toets in LessonUp altijd het volledige werkwoord in, dus geen verkorte vormen!

Oftewel:
did not i.p.v. didn't
has not i.p.v. hasn't
have not i.p.v. haven't

Slide 7 - Slide

Vul de juiste vorm in:
She ___ (not - arrive) yet.

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm in:
He ___ (come) home yesterday.

Slide 9 - Open question

Vul de juiste vorm in:
I ___ (live) here all my life.

Slide 10 - Open question

Vul de juiste vorm in:
She ___ (dance) all night yesterday.

Slide 11 - Open question

Vul de juiste vorm in:
He ___ (work) there since 2010.

Slide 12 - Open question

Vul de juiste vorm in:
They ___ (study) very hard last week.

Slide 13 - Open question

Snap jij hoe je de past simple en present perfect moet gebruiken?
Ja
Een beetje
Nee

Slide 14 - Poll