2.1 Kritiek op maatschappij en religie van Nietzsche Les 4 27/11

2.1 Kritiek op maatschappij en religie van Nietzsche Les 4 27/11
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FilosofieSecundair onderwijs

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1 Kritiek op maatschappij en religie van Nietzsche Les 4 27/11

Slide 1 - Slide

Wat bedoelt Nietzsche met de uitspraak 'god is dood'?
A
De uitspraak betekent dat Nietzsche atheïst was.
B
Het is een metafoor voor het einde van alle religies.
C
Het refereert naar een letterlijke dood van God.
D
De betekenis van de uitspraak is dat de traditionele christelijke waarden en overtuigingen niet langer geldig zijn.

Slide 2 - Quiz

Wat is het standpunt van Nietzsche over waarheid?
A
Relatief
B
Objectivistisch
C
Subjectivistisch
D
Absoluut

Slide 3 - Quiz

Wat bedoelt Nietzsche met nihilisme?
A
De wereld is zinloos
B
Er bestaat een objectieve waarheid
C
Geen vast referentiepunt, mens creëert zelf betekenis.
D
Er is niks buiten god.

Slide 4 - Quiz

Lesdoelen
  • Ik denk na over het begrip 'slavenmoraal' van Nietzsche.
  • Ik reflecteer over wat goed en slecht is volgens Nietzsche.
  • Ik denk na over het begrip übermensch en analyseer wat Nietzsche hiermee bedoelt.

Slide 5 - Slide

Slavenmoraal
  • Slavenmoraal = moraal die voortkomt uit joods-christelijke traditie
  • gebaseerd op idee dat zwakte goed is, kracht is slecht
  • moraal als product van de zwakken in samenleving (ter bescherming tegen de sterken)
  • meestermoraal ipv slavenmoraal
= bepaal zelf je waarden, streef naar zelfverbetering en individuele groei

Slide 6 - Slide

übermensch
  • übermensch = ja-zegger tegen het leven, trouw aan de aarde en dat is de zin van leven
  • leven in het hier en nu, omarmt nihilistische toestand en vindt er kracht in
zoekt eigen weg omdat dé weg niet bestaat
  • tegenslagen horen bij het leven, niet uit de weg gaan, maar omarmen en overwinnen
  • übermensch = mens die zich bevrijd heeft van beperkingen van traditionele waarden en geeft eigen leven zin en betekenis

Slide 7 - Slide

Zelfstandige verwerking
teksten pp 52-54
vragen pp 52

Slide 8 - Slide

Wat weet ik over slavenmoraal?

Slide 9 - Open question

Wat weet ik over 'übermensch'?

Slide 10 - Open question