H2: Diversiteit

Werken in de zorgsector
Hoofdstuk 2: Diversiteit
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Werken in de zorgsectorSecundair onderwijs

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Werken in de zorgsector
Hoofdstuk 2: Diversiteit

Slide 1 - Slide

Doelstellingen
Met eigen woorden uitleggen wat omgaan met diversiteit in de zorg betekent.
In concrete situaties aangeven hoe men rekening houdt met andere levensstijlen, culturen.
Het recht op identiteit van de patiënt in eigen woorden weergeven.

Slide 2 - Slide

Wat bekent diversiteit voor jou?

Slide 3 - Open question

Diversiteit = 
Rekening houden met verschillen:
Godsdienst
Kleding
Kapsel
Eetgewoonten
Partnerkeuze
….
IEDEREEN EN ALLES IS DIVERSITEIT!!


Slide 4 - Slide

Opdracht p 21

Beschrijf voor jezelf waarin jij anders bent dan de anderen je klas.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Alleen als je oog hebt voor de verschillen, lever je zorg op maat.
A
Juist
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Diversiteit
Diversiteit is daarom noodzakelijk voor het bieden van goede zorg en de toekomstbestendigheid van je organisatie. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Diversiteit =
- verscheidenheid 
- vb van verschillen: handicap, geaardheid, sekse, leeftijd, etnische afkomst,... 
- alle aspecten waarin mensen van elkaar verschillen (zichtbare dingen bv huidskleur, haarkleur,... en minder zichtbare dingen bv competenties, werkstijlen,...)

Slide 10 - Slide

Hoort open staan en kunnen omgaan met verschillen bij jullie beroep?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Is anders zijn slechter?

Slide 12 - Open question

Belang van diversiteit
- recht te doen aan de verschillende behoeften en achtergronden van mensen en
- rekenschap te geven aan mensen in minderheidsposities.

-> ANDERS kan dit leiden tot uitsluiting van bepaalde groepen/personen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Omgaan met diversiteit
- Vul je niet zelf in wat anderen bedoelen.

- Trek je geen voorbarige conclusies, maar leg je ze eerst voor aan een ander.
- Accepteer en waardeer je mensen met verschillende achtergronden.
- Verzet je jezelf tegen vooringenomenheid en onverdraagzaamheid.
- Zie je diversiteit als een kans voor je eigen ontwikkeling en die van je afdeling of dienst.




Slide 15 - Slide

Risico's van diversiteit op het werk
Communicatieproblemen

Oplossing: Leer beter luisteren naar elkaar en wees nieuwsgierig naar de mening en het verhaal achter die mening. Sta open voor nieuwe invalshoeken, daar word je uiteindelijk zelf ook wijzer van.

Slide 16 - Slide

Risico's van diversiteit op het werk

Conflicten

Oplossing: Respecteer elkaars mogelijkheden, weet wat je van elkaar kunt verwachten, en accepteer elkaar. Praat over conflicten.

Slide 17 - Slide

Risico's van diversiteit op het werk

Groepsvorming

Oplossing: Let erop dat je geen mensen of groepen uitsluit. Thuis kun je je eigen vrienden kiezen, op de werkvloer wordt ander gedrag verwacht: namelijk meer professioneel en verantwoordelijk.

Slide 18 - Slide

Risico's van diversiteit op het werk
Discriminatie en pesten
Oplossing: Ben jij degene die gepest of gediscrimineerd wordt? Je kunt het probleem aankaarten bij de vertrouwenspersoon in de organisatie. Dit soort problemen zijn vaak niet op korte termijn op te lossen. Als je het doorzettingsvermogen hebt, is het wel de moeite waard ervoor te strijden.
Wordt een collega gepest? Help hem door het probleem aan te kaarten bij je directie of vertrouwenspersoon. Natuurlijk steun je het slachtoffer ook: je denkt mee en komt voor hem op. Natuurlijk pest je niet mee!

Slide 19 - Slide

Ondersteunende competenties
• inlevingsvermogen: je kunnen verplaatsten in anderen,
• empathisch zijn: begrip hebben voor mensen die anders zijn dan jij,
• goed kunnen luisteren en vragen stellen: niet uitgaan van je eigen vooroordelen maar de ander laten vertellen hoe dat bij hem zit,
• nieuwsgierig en omgevingsbewust zijn: geïnteresseerd zijn in anderen, in hoe ze van je verschillen en hoe ze ook weer hetzelfde zijn als jij,

Slide 20 - Slide

Ondersteunende competenties
• een ´open mind´ hebben: niet te snel oordelen en veroordelen,
• flexibel zijn: je kunnen aanpassen aan anderen,
• kunnen reflecteren op je eigen gedrag: kijken hoe jouw gedrag bijdraagt aan misverstanden en communicatieproblemen,
• assertiviteit: duidelijk je eigen mening en belang naar voren brengen, en rekening houdend met de mening en het belang van de ander,

Slide 21 - Slide

Oefening vanuit een situatie 
p 24 
Maak de oefening per 2. 
Bespreek alle situaties. 
Nadien overlopen van situaties klassikaal. 

Slide 22 - Slide

Afsluit les :-) 
Maak de opdracht die je krijgt van de leerkracht. 

Volgende week 28/09: TOETS hoofdstuk 1 samenwerken en functioneren in een organisatie. 

Slide 23 - Slide