3.4 Decimale getallen en breuken

3.4 Decimale getallen en breuken
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.4 Decimale getallen en breuken

Slide 1 - Slide

Welke breuk hoort bij 0,08
A
108
B
1008
C
10008

Slide 2 - Quiz

Sleep de juiste bewerking naar het juiste teken:
som
verschil
product
quotient
x
+
-
:

Slide 3 - Drag question

Uitleg:

Slide 4 - Slide

Sleep de onderdelen naar de juiste plek
6 x 4 + 2 x 4 =
 +
=
8
24
32

Slide 5 - Drag question

In een klas van 35 kinderen is 1/5 deel ziek. Hoeveel leerlingen zijn er ziek?
A
6
B
7
C
10
D
5

Slide 6 - Quiz

Christiaan eet een flinke plak chocola van 350 gram. Hij eet 3/5 deel op.
Hoeveel gram chocola heeft hij over?
A
120 gram
B
210 gram
C
70 gram
D
140 gram

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen 
basis:
  • Je leert wat een decimaal getal is;
  • Je leert hoe je een breuk als decimaal getal schrijft.

kader: 
  • Je leert hoe je een decimaal getal als een breuk schrijft;
  • Je leert hoe je breuken en decimale getallen met elkaar vergelijkt.

Slide 8 - Slide

Decimaal getal

Slide 9 - Slide

Hoe spreek je het volgende getal uit?
4,3

Slide 10 - Open question

Hoe spreek je het volgende getal uit?
3,46

Slide 11 - Open question

Welke getal ligt er tussen 4,5 en 4,6
A
4,50
B
4,45
C
4,55
D
4,65

Slide 12 - Quiz

Zet de getallen van klein naar groot.
0,7
0,69
0,71
0,608
0,712
1
2
3
4
5

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Schrijf deze breuk
als decimaal getal
A
0,017
B
0,17
C
0,0017
D
17,1000

Slide 16 - Quiz

Hoe schrijf je deze breuk als decimaal getal?
A
0,005
B
0,05
C
0,5
D
5

Slide 17 - Quiz

Schrijf de breuk als
decimaal getal
A
1,9
B
0,9
C
9,1
D
0,10

Slide 18 - Quiz

Schrijf deze breuk
als decimaal getal
A
0,017
B
0,17
C
1,7
D
17,1000

Slide 19 - Quiz

Welke breuk hoort bij 0,3
A
103
B
1003
C
10003

Slide 20 - Quiz

Welke breuk hoort bij 0,08
A
108
B
1008
C
10008

Slide 21 - Quiz

Basis aan de slag!
Maak 3.4 vanaf blz. 108

Slide 22 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert hoe je een decimaal getal als een breuk schrijft;
  • Je leert hoe je breuken en decimale getallen met elkaar vergelijkt.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Schrijf dit decimale getal als breuk
A
4102
B
24
C
451
D
204

Slide 25 - Quiz

Maak van het decimale getal een breuk: 1,4
A
52
B
1104
C
152
D
154

Slide 26 - Quiz

Schrijf dit decimale getal als breuk
A
57
B
43
C
75
D
34

Slide 27 - Quiz

Samen

Slide 28 - Slide

Nu jullie, dan samen
timer
3:00

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Wiskundig teken voor "groter dan"
A
>
B
<
C
D

Slide 31 - Quiz

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

5,5 ........... 5,49
A
<
B
>
C
=

Slide 32 - Quiz

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

0,07 ........... 0,7
A
<
B
>
C
=

Slide 33 - Quiz

Samen

Slide 34 - Slide

Aan de slag!
Kader: Maak 3.4 af (opdracht 27 t/m 35)

Basis: maak 3.4 af

Slide 35 - Slide