Uitspraak + Rangtelwoorden

Lernziele für heute
  • Je kunt de sp, st en sch klank uitspreken.
  • Je kunt een rangtelwoord gebruiken.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lernziele für heute
  • Je kunt de sp, st en sch klank uitspreken.
  • Je kunt een rangtelwoord gebruiken.

Slide 1 - Slide

Aussprache
Du übst die Aussprache der Laute: sch, st und sp.

Slide 2 - Slide

Uitspraak sp-st-sch
Begint een woord in het Duits met  sch, Sp of St dan spreek je uit als het Nederlandse sj van sjaal

Slide 3 - Slide

Aussprache sch, st und sp

Slide 4 - Slide

Jetzt üben üben (14)

Slide 5 - Slide

  1. Wat zie je?
  2. Waarom is dit zo?
  3. Spreek de getallen uit.
  4. Wat zijn dit voor getallen?

Slide 6 - Slide

Rangtelwoorden
Lesdoel: Aan het einde van de les kan ik de Duitse rangtelwoorden opschrijven.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Wat is een rangtelwoord?

Slide 10 - Mind map

Welke letters komen er achter de getallen 1 t/m 19?
A
niks
B
ste
C
e
D
te

Slide 11 - Quiz

Welke letters komen er achter de getallen vanaf 20?
A
niks
B
ste
C
e
D
te

Slide 12 - Quiz

Er zijn 4 uitzonderingen op deze regel. Schrijf er zoveel mogelijk op

Slide 13 - Open question

Vertaal: 'tweede'

Slide 14 - Open question

Vertaal: 'zevende'

Slide 15 - Open question

Vertaal: 'twintigste'

Slide 16 - Open question

Vertaal: 3 mei
A
der dreite Mai
B
der 3 Mai
C
der dritte Mai
D
der 3. Mai

Slide 17 - Quiz

Vertaal: 6 november
A
der 6 November
B
der 6. November
C
der sechte November
D
der sechste November

Slide 18 - Quiz

Snap je het?

Ik snap het een beetje
Ik snap het helemaal
Ik snap het niet

Slide 19 - Poll

Evaulatie
Lesdoel: Aan het einde van de les kan ik de Duitse rangtelwoorden opschrijven.

  • Wat is een rangtelwoord?
  • Hoe maak je een rangtelwoord?
  • Welke 4 rangtelwoorden zijn uitzonderingen?
  • Hoe verliep de les?

Slide 20 - Slide