7.2 Oorzaken van criminaliteit

Criminaliteit
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Criminaliteit

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Introductie/terugblik

2. Uitleg

3. Aan de slag!

4. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les

Slide 3 - Slide

Overtredingen en misdrijven 
  • Een overtreding is een strafbaar feit wat minder erg is.
  • Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten. 

Slide 4 - Slide

Misdrijven
  • Verhoor door de politie. 
  • Er gelden zwaardere straffen.
  • Strafblad als je ouder bent dan 12. 

Slide 5 - Slide

Criminaliteit 
  • Alle misdrijven zoals deze beschreven staan in de wet. 
  • Het is wel tijds- en plaatsgebonden. 

Slide 6 - Slide

Overtreding 
Misdrijf 

Slide 7 - Drag question

Welk gedrag wordt beschouwd als een misdrijf?
A
Geen id kaart bij je hebben
B
In het donker fietsen zonder licht
C
Mobiel bellen achter het stuur
D
Een winkeldiefstal plegen

Slide 8 - Quiz

Een ander woord voor strafbaar feit noem je een
A
conflict
B
inzicht
C
delict
D
stoplicht

Slide 9 - Quiz

Wildplassen valt onder:
A
overtredingen
B
misdrijven
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware criminaliteit

Slide 10 - Quiz

Wat is een goede uitleg van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 11 - Quiz



Criminaliteit





7.2  Oorzaken van criminaliteit

Slide 12 - Slide

Leerdoelen

  • Je kent de oorzaken van criminaliteit
  • Je weet welke risicofactoren er zijn
  • Je kent de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit

Slide 13 - Slide

Risicofactoren



= omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten

Er zijn in totaal 5 risicofactoren....

Slide 14 - Slide

Slechte opvoeding (1)

Ouders hebben een voorbeeldfunctie, maar dat voorbeeld kan ook verkeerd zijn.

Het aanleren van verkeerde normen en waarden.

Slide 15 - Slide

Groepsdruk (2)
= Het gevoel hebben dat je je moet aanpassen aan de gewoonten van de groep.

Meegaan in het vertonen van crimineel gedrag uit angst om er anders niet bij te horen.

Slide 16 - Slide

Alcohol of drugs (3)
Onder invloed vertonen mensen ander gedrag dan wanneer zij nuchter zijn.

Bij 40% van de geweldsmisdrijven is er alcohol gedronken.

Slide 17 - Slide

Spijbelen en schooluitval (4)



Het is bewezen dat jongeren die veel spijbelen of van school gaan zonder diploma vaker in aanraking komen met justitie.

Slide 18 - Slide

Biologische factoren (5)


Als je een (psychische) stoornis hebt kan je extreem agressief reageren en daardoor eerder geweld plegen.

Slide 19 - Slide

Welke oorzaak van criminaliteit hoort bij de volgende beschrijving: ''Als je een biologische stoornis hebt kan je extreem agressief reageren''?
A
Maatschappelijke omstandigheden
B
Biologische factoren
C
Groepsdruk
D
Slechte opvoeding

Slide 20 - Quiz

Welke oorzaak van criminaliteit hoort bij de volgende beschrijving: '' Ouders hebben een voorbeeldfunctie, maar zij kunnen er ook voor zorgen dat je een slecht voorbeeld hebt''?
A
Maatschappelijke omstandigheden
B
Biologische factoren
C
Groepsdruk
D
Slechte opvoeding

Slide 21 - Quiz

Wat is geen oorzaak voor crimineel gedrag?
A
Alcohol en drugs
B
Schooluitval en spijbelen
C
Groepsdruk
D
Liefdesverdriet

Slide 22 - Quiz

1

Slide 23 - Video

03:36
Welke oorzaak van criminaliteit herken je in dit filmpje?

Slide 24 - Open question


Slechte opvoeding
Jongeren leren thuis de verkeerde normen en waarden.

Bijvoorbeeld stelen, slaan, geen respect.

Slide 25 - Slide

Andere persoonlijke oorzaken:
.
Groepsdruk
Alcohol en Drugs
Spijbelen en schooluitval
Biologische factoren

Slide 26 - Slide

Maatschappelijke oorzaken

- Slechte leefomstandigheden 
- Verschil in normen en waarden
- Weinig controle

Slide 27 - Slide

0

Slide 28 - Video

Waarom is een kleine pakkans een maatschappelijke oorzaak van criminaliteit?

Slide 29 - Open question

Noem twee oorzaken van crimineel gedrag.

Slide 30 - Open question