T3 Genetica_Les 2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Verandert je genotype als je ouder wordt? En je fenotype?

1. Genotype wel / fenotype wel
2. Genotype wel / fenotype niet
3. Genotype niet / fenotype wel
4. Genotype niet / fenotype niet

Erfelijk

Niet-erfelijk

Blauwe ogen

Bladeren die slap hangen

Piercing

Wipneus

Litteken

bladeren met stekels

Rode bloemen (klaproos)

Welk geslacht heeft het kind wat ontstaat uit deze bevruchte eicel?

1. Man
2. Vrouw

Is dit een lichaamscel van een man of vrouw?

1. Man
2. Vrouw
3. Kun je niet zien

Homozygoot of heterozygot?

1. Homozygoot
2. Heterozygoot

Homozygoot of heterozygoot?

1. Homozygoot
2. Heterozygoot

Welke lettercombinatie stelt een heterozygoot genotype voor?

1. AA
2. Aa
3. aa

Bij welke combinatie komt het recessieve allel tot uiting in het fenotype?

1. AA
2. Aa
3. aa

Homozygoot dominant

Homozygoot recessief

Heterozygoot

Aa

AA

rr

RR

Qq

hh

HH

Gg

Bij welk genotype komt het dominante allel tot uiting in het fenotype?

1. Alleen bij 'AA'
2. Bij 'AA en Aa'
3. Bij 'aa'

Muis 1 heeft zwarte haren. Bij muizen is het allel voor zwarte haren dominant over het allel voor witte haren. Muis 1 is homozygoot voor de haarkleur.

Welke allelen heeft muis 1 voor de eigenschap haarkleur?

1. Twee allelen voor witte haren
2. Twee allelen voor zwarte haren
3. Een allel voor wit en allel voor zwart haar