Schizofrenie
1 / 14
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is Schizofrenie
A
Een stemmingsstoornis
B
Een psychotische stoornis
C
Een angststoornis
D
Eetstoornis
Slide 2 - Quiz
Welke van de volgende symptomen is geen typische symptoom van Schizofrenie
A
Hallucinaties
B
Delirium
C
Wanen
D
Verward denken
Slide 3 - Quiz
Welke van de volgende symptomen hoort bij schizofrenie?
A
Overmatige vrolijkheid
B
Faalangst en paniekaanvallen
C
Slaapstoornis
D
Verward denken en hallucinaties
Slide 4 - Quiz
Welke van de volgende is een voorbeeld van een positieve symptoom van schizofrenie?
A
Apathie
B
Sociale terugtrekking
C
Wanen
D
Verminderde concentratie
Slide 5 - Quiz
Wat is een negatieve symptoom van schizofrenie?
A
Het horen van stemmen
B
Achterdocht
C
Overmatig praten
D
verminderd concentratievermogen
Slide 6 - Quiz
Welke factor speelt een belangrijke rol in het ontstaan van schizofrenie?
A
Genetisch
B
Omgevingsfactoren
C
Een combinatie van genetica en omgeving
D
Slechte voeding
Slide 7 - Quiz
Welke neurotransmitter wordt geassocieerd met schizofrenie?
A
Serotonine
B
Dopamine
C
Noradrenaline
D
GABA
Slide 8 - Quiz
Welk drugsgebruik wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op schizofrenie?
A
Alcohol
B
Cocaïne
C
Cannabis
D
Heroïne
Slide 9 - Quiz
Hoe wordt schizofrenie meestal gediagnosticeerd?
A
Door een bloedtest
B
Door een hersenscan
C
Door observatie en gesprekken
D
Door een genetische test
Slide 10 - Quiz
Welke groep medicijnen wordt vaak gebruikt bij schizofrenie?
A
Antidepressiva
B
Antipsychotica
C
Stimulantia
D
Slaapmiddelen
Slide 11 - Quiz
Wat is het belangrijkste doel van antipsychotische medicatie?
A
Genezen van schizofrenie
B
Onderdrukken van negatieve symptomen
C
Verminderen van hallucinaties en wanen
D
Verhogen van energie
Slide 12 - Quiz
Welke therapie is effectief naast medicatie?
A
Hypnotherapie
B
Cognitieve gedragstherapie (CGT)
C
Acupunctuur
D
Massage
Slide 13 - Quiz
Wat is een belangrijk aspect van psycho-educatie voor patiënten met schizofrenie?
A
Het informeren over symptomen en terugvalpreventie
B
Het afbouwen van medicatie
C
Het vermijden van sociale contacten
D
Het nemen van alternatieve geneesmiddelen
