1. Introduce yourself

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welcome

How are you?
Hoe gaat het?

1. I'm fine Het gaat goed
2. I'm all right Het gaat prima
3. I don't know Ik weet het niet
4. It's not going well Het gaat niet goed

Ik 

Jij

Hij

Zij

Wij

Jullie

Sleep het persoonlijk voornaamwoord naar de juiste vertaling

She

He

We

You

You

I

ik ben

jij bent

hij is

zij is

wij zijn

jullie zijn

I am

you are

he is

she is

we are

you are

Het werkwoord zijn

wat is je naam?

Waar woon je?

Waar kom je vandaan?

Hoe oud ben je?

Werk je of ga je naar school?

What is your name?

Where do you live?

Where do you come from?

How old are you?

Do you work or do you go to school?

Questions

ik heet...

Ik woon in Hardenberg

Ik kom uit Nederland

ik ben ... jaar oud

Ik ga naar school

My name is...

I live in Hardenberg

I come from the Netherlands

I am ... years old

I am going to school

Answers

Wie 

Wat

Waar

hoe

Sleep het vraagwoord naar de juiste vertaling.

How

Where

What

Who

What is your name?

Where do you live?

Where do you come from?

How old are you?

I am 27  years old

I come from the Netherlands

I live in Hardenberg

My name is

We will practice in the workbook

We will practice speaking in English

what grade do you
give this lesson?