Par. 3.2 Nationalisme en dekolonisatie

1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Studiewijzer
28-29/08 Par. 3.1 Handel en kolonialisme
31/08 Par. 3.1 Handel en kolonialisme
04-05/09 Par. 3.1 Handel en kolonialisme
07/09 Par. 3.1 Handel en kolonialisme
11-12/09 Par. 3.2 Nationalisme en dekolonisatie
14/09 Par. 3.2 Nationalisme en dekolonisatie
18-19/09 Par. 3.2 Nationalisme en dekolonisatie
21/09 SO par. 3.1 en 3.2
25-26/09 Par. 3.3 Gelijkwaardige staten
28/09 Par. 3.3 Gelijkwaardige staten
02-03/10 Par. 3.3 Gelijkwaardige staten

TOETSWEEK PERIODE 1
H3

Slide 5 - Slide

Programma
1. Uitleg par. 3.2
2. Opdrachten maken en antwoorden
3. Leerdoelen antwoorden
4. Afsluiten

Tijd over? Filmpje kijken

Slide 6 - Slide

Par. 3.2 Nationalisme en dekolonisatie
Leerdoelen:
6. Wat betekent politionele actie?
7. Waarom gebruikte de Nederlandse regering deze term?
8. Leg uit hoe de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog verliep. 

1. Wat is nationalisme?
2. Wat betekent natiestaat?
3. Hoe is het Indonesische nationalisme opgekomen en wat was de reactie van de Nederlandse overheid hierop?
4. Leg de begrippen uit: collaboratie, propaganda, capitulatie en dekolonisatie.
5. Hoe werd het Indische nationalisme versterkt door de Japanse bezetting?


Slide 7 - Slide

Nationalisme en onderdrukking
  • Door de ethische politiek gingen er veel Indonesische jongeren studeren in Nederland. 
  • Ze kwamen in contact met westerse ideeën, zoals het nationalisme (het idee dat elk volk recht heeft op een eigen staat,  het idee dat mensen trouw zijn aan de eigen staat of natie of het eigen volk).
  • Onderlingen verschillen tussen Indonesische studenten waren veel kleiner dat met de witte Nederlandse bevolking.
Conclusie: Indonesiërs zijn één volk. 

Slide 8 - Slide

De Indonesische Vereniging
Een studentenverenigiging noemde zichzelf de Indonesische Vereniging. 
De eerste die de naam Indonesië gebruikten voor de staat die ze wilden. 

Wat willen ze?
Alle Indonesiërs moesten zich verenigen in de strijd voor een eigen natiestaat (alle inwoners behoren tot één volk en staat)

Slide 9 - Slide

Mohammed Hatta
Belangrijkste leider van de Indonesische studenten.

Hij stelde voor een nationalistische Indonesische partij op te richten. 


Slide 10 - Slide

PNI, 1927
Eiste onmiddelijk onafhankelijkheid van Indonesië.

Elke samenwerking met Nederland moest afgewezen worden. 

Slide 11 - Slide

Soekarno
  • Partijleider van de PNI.
  • Ingenieur. 
  • Werd snel populair.
  • Werd in 1929 gearresteerd. 
  • Zijn arrestatie maakte hij nog populairder.

Slide 12 - Slide

Boven-Digoel

Soekarno, Hatta en andere nationalisten werden verbannen naar concentratiekampen (gevangenkamp voor tegenstanders) op afgelegen eilanden. 

Slide 13 - Slide

Objectief / subjectief
Objectief: wie alleen op de feiten let.

Subjectief: wanneer ze een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel bevatten. 

Slide 14 - Slide

De Japanse bezetting
1942: Japan valt Nederlands-Indië aan. 
Waarom? Olie, rubber en andere grondstoffen. 

Japan maakte een eind aan de Nederlandse overheersing. 

Slide 15 - Slide

Jappenkamp
  • Nederlanders werden gevangen gehouden in Jappenkampen (Japans interneringskamp: mensen werden gemarteld, mishandeld en moesten dwangarbeid doen. 
  • Indonesische nationalisten werden vrij gelaten. 

Slide 16 - Slide

De Japanse bezetting
  • Veel Indonesiërs waren blij met de Japanse overwinning en zagen de Japanners als bevrijders. 
  • Maar de werkelijkheid was anders...

  • Indonesië moest nu rijst, olie en rubber aan Japan leveren. Veel Indonesiërs moesten werken als dwangarbeiders. 
  • Vele kwamen om door honger en uitputting. 

Slide 17 - Slide

Collaboratie (samenwerken met de vijand)

Soekarno, Hatta en andere nationalisten werkten samen met de Japaners. Op dit manier konden ze hun nationalistische ideeën verspreiden. 
Door propaganda (reclame maken voor ideeën) nam het haat tegen de Nederlanders toe. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Japanse capitulatie
Japan gaf zich over (capitulatie: overgave).
Soekarno en Hatta riepen de Republiek Indonesië uit. 

Het begin van de dekolonisatie (het onafhankelijk worden van kolonies)

Slide 20 - Slide

Reactie van Nederland...
  • Angst dat Nederland zonder Indonesië arm en onbelangrijk zou worden. 
  • "Indië verloren, rampspoed geboren."
  • Veel Nederlanders geloofden dat de meeste Indonesiërs liever bij Nederland wilden blijven. 
  • Soekarno werd door Nederlanders beschouwd als landverrader. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Politionele acties 
1947 - 1949 (1ste en 2e)
  • Diplomatie mislukte: Nederland wilde de kolonie behouden. Indonesië wil onafhankelijkheid. 
  • Nederland stuurde meer dan honderdduizend militaire naar Indonesië.
  • Politionele acties: militaire operaties om de macht in Indonesië te behouden.  Echter was het oorlog, maar volgens de regering was een binnenlandse actie om de orde te herstellen. 
  • Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. 

Slide 23 - Slide

1ste politionele actie
  • Het KNIL rukte snel op: binnen een paar dagen werd Java en dele van Sumatra veroverd, maar Nederland kreeg de gebieden niet onder controlen. 
  • Strijders van de Republiek Indonesië voerden kleine aanvallen (ze verscholen zich onder de bevolking). 
  • Nederland antwoordde met terreur: dorpen werden platgebrand, dorpsbewoners en krijgsgevangenen werden als afschrikwekkend voorbeeld doorgeschoten.
Bloedbad van Rawagede
De gehele bevolking van het dorp, 431 mensen, werden vermoord door Nederlandse militairen die in het dorp op zoek waren naar een onafhankelijkheidsstrijder.

Slide 24 - Slide

2e politionele actie, december 1848
  • Soekarno en Hatta worden gevangen genomen. 
  • VN (volkerenorganisatie opgericht in 1945) was ontevreden. 
  • De Veiligheidsraad (belangrijkste onderdeel van de VN), eiste dat Nederland meewerkte aan de Indonesische onafhakelijkheid: 
  • de VS zou de marshallhulp intrekken. Zo zou Nederland zijn steun voor wederopbouw kwijtraken. 

Slide 25 - Slide

Indonesië onafhankelijk
  • Nederland werd door de VS en VN gedwongen om de Indonesische onafhankelijkheid te accepteren. 
  • Koningin Juliana  en ministerpresident Drees ondertekende de soevereiniteitsoverdracht in 1949. 
  • Soekarno's regering kreeg de hoogste macht over Indonesië. 

Slide 26 - Slide

Onafhankelijkheid
In Indonesië wordt op 17 augustus de onafhankelijkheid gevierd. 
Voor Nederland werd Indonesië onafhankelijk op 27 december 1949, toen de soevereiniteitsoverdracht werd ondertekend. 


Slide 27 - Slide

Opdrachten maken en bespreken
Blz. 99 opdracht 8 en 9
10 minuten
Zelfstandig en in stilte
Eerder klaar? Antwoord de leerdoelen
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Leerdoelen antwoorden
6. Wat betekent politionele actie?
7. Waarom gebruikte de Nederlandse regering deze term?
8. Leg uit hoe de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog verliep

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Leerdoelen antwoorden
1. Wat is nationalisme?
  • nationalisme (het idee dat elk volk recht heeft op een eigen staat, het idee dat mensen trouw zijn aan de eigen staat of natie of het eigen volk).
2. Wat betekent natiestaat?
  • Alle inwoners behoren tot één volk en staat.
3. Hoe is het Indonesische nationalisme opgekomen en wat was de reactie van de Nederlandse overheid hierop?
  • Indonesische jongeren kwamen leren in Nederland. Ze vonden dat alle Indonesiërs moesten zich verenigen in de strijd voor een eigen natiestaat. Hatta stelde voor een nationalistische partij op te richten. In 1927 werde de PNI opgericht (Indonesische Nationale Partij). Soekarno werd de partijleider. Hij werd gearresteerd en later naar concentratiekamp gestuurd. 

Slide 31 - Slide