Modaliteit in sensatiepers

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welk middel wordt gebruikt?
Pfff, van al dat studeren word ik zo moe.
A
modaal bijwoord
B
oordeelspartikel
C
tussenwerpsel
D
intonatie

Slide 6 - Quiz

Welk middel wordt gebruikt?
Hij is inderdaad vijf minuten geleden vertrokken.
A
modaal bijwoord
B
modaal werkwoord
C
hoofdzin van modaliteit
D
tussenwerpsel

Slide 7 - Quiz

Welk middel wordt gebruikt?
Ik wil elke dag een boterham met choco eten.
A
modaal bijwoord
B
modaal werkwoord
C
hoofdzin van modaliteit
D
intonatie

Slide 8 - Quiz

Welk middel wordt gebruikt?
At ik maar elke dag een boterham met choco...
A
accenttekens
B
intonatie
C
leestekens
D
inversie

Slide 9 - Quiz

Welk middel wordt gebruikt?
Jij komt élke dag te laat.
A
intonatie
B
leestekens
C
oordeelspartikel
D
accenttekens

Slide 10 - Quiz