Herhaling NET-W1

Herhaling NET-W1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ICTMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling NET-W1

Slide 1 - Slide

Welk apparaat houdt netwerken uit elkaar?
A
Switch
B
Router
C
Server
D
DHCP

Slide 2 - Quiz

Wat vul je in bij het kopje 'next hop' onder static routing?
A
Adres van de DNS-server
B
Adres waar het bericht vandaan komt
C
Default Gateway
D
Adres waar het bericht naartoe moet

Slide 3 - Quiz

Wat doet een DHCP-server?
A
Deelt automatisch IP-adressen uit
B
Vertelt apparaten waar ze naartoe moeten verbinden
C
Is aanwezig
D
Vervangt een router

Slide 4 - Quiz

Wat doet een HTTP-server?
A
Websites hosten
B
IP-adressen uitdelen
C
Routers afschrikken

Slide 5 - Quiz

Welke service zet je aan op een email-server?
A
DNS
B
HTTP
C
POP3/SMTP
D
DHCP

Slide 6 - Quiz

Hoe kunnen routers naar netwerken waar ze niet op zijn aangesloten?
A
Static routing
B
DHCP
C
Het internet
D
RIP

Slide 7 - Quiz

Wat is een default gateway?
A
De poort die naar andere netwerken gaat
B
Iedere poort op een router
C
Overbodig
D
Een server

Slide 8 - Quiz

Wie regelt er dat je naar internet kunt?
A
De router
B
Een ISP
C
De cloud
D
Een kabel

Slide 9 - Quiz

Met welk commando kom je in privileged mode in de CLI?
A
exit
B
configure_terminal
C
interface
D
enable

Slide 10 - Quiz

Wat moet overeen komen op een draadloos apparaat, en een access point?
A
SSID
B
Wachtwoord
C
Beveiliging
D
Alledrie

Slide 11 - Quiz

Je zit in netwerk 192.168.10.0. Welk adres stel je in als default gateway?
A
192.186.10.1
B
Niks
C
192.168.10.1
D
Een IP-adres.

Slide 12 - Quiz

Hoeveel channels verschil heb je tussen twee draadloze netwerken?
A
Geen
B
17
C
Minimaal 1
D
5

Slide 13 - Quiz

Je moet een draadloos netwerk opzetten. Wat gebruik je hiervoor?
A
Router
B
Wireless Router
C
Access points
D
Switch

Slide 14 - Quiz

Wat doet een DNS-server?
A
Z'n best
B
Domeinen omzetten naar IP-adressen
C
IP-adressen uitdelen
D
E-mail regelen

Slide 15 - Quiz

Waar stel je email in Packet Tracer in?
A
E-mail server
B
PC van de gebruiker
C
Thuis
D
Op de router

Slide 16 - Quiz

Wat is de snelste verbinding?
A
Koper-kabel
B
Seriële verbinding
C
Co-axiale kabel
D
Glasvezel

Slide 17 - Quiz

Welke kant op doe je static routing?
A
Alleen voor verzenden
B
Alleen voor ontvangen

Slide 18 - Quiz

Over hoeveel netwerken kan een statische route gaan?
A
Zoveel als nodig
B
1
C
7
D
5

Slide 19 - Quiz

Hoe stel je in dat alleen bepaalde mensen bij een apparaat kunnen?
A
Wachtwoord
B
Access Control List
C
In de switch
D
Opsluiten in het gebouw

Slide 20 - Quiz

Uit hoeveel stukken bestaat een IP-adres?
A
4
B
8
C
16
D
32

Slide 21 - Quiz

Kun je 172.16.0.0 instellen als IP-adres?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Wat is statisch routeren?
A
Vervelend
B
De router vertellen waar een bericht heen moet
C
Automatisch bepalen hoe een bericht moet gaan
D
IP-adressen uitdelen

Slide 23 - Quiz

Hoeveel verschillende IP-adressen kan een router hebben?
A
Één, want IP-adressen moeten uniek zijn
B
Vier
C
Zoveel als hij poorten heeft

Slide 24 - Quiz