1M Music Festivals

1M Music Festivals
1 / 44
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1M Music Festivals

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

2

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Study the English ‘leerlijn'.
Try and see what you will be assessed on.

Write down:
How many tests you will get for English this trimester?
How many you will get for English assignments this trimester?
How many you will get for English grades this trimester

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Starting assignment
Study the words of lesson 1, 2 and 3

Use your book or work online.
timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Today
- Explanation personal & possesive pronouns
- Time to work
- Blooket

Plenda:
Finish leerblad and online exercise 2
Leerblad exercises
  • Grammar - Talking about people and things (persoonlijke voornaamwoorden) 
  • Grammar - Talking about people and things (bezittelijke voornaamwoorden)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

PERSONAL PRONOUNS

Persoonlijke voornaamwoorden zeggen iets over de persoon die iets doet.

She is very sweet = zij is heel lief
They are always late = zij zij altijd laat
Why do you like him? = Waarom vind je hem aardig?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

personal pronouns: Our grandparents visit ...... every week.
A
me
B
ours
C
us
D
our

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Choose the correct personal pronoun.
She looks like ______ (haar).
A
him
B
us
C
her
D
me

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Today
Writing:
Days, Months, Dates, Time and Prices

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Days of the week
Iedere dag begint met een hoofdletter, ook middenin een zin!

Voorbeeld:
Today it is Tuesday. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Months of the year
Iedere maand begint met een hoofdletter, ook middenin een zin!

Voorbeeld: My favourite month of the year is August.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Datums schrijven
Je schrijft een datum zo:
dag, getal maand

Voorbeeld: Wednesday, 7 September

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de datum in het Engels:
woensdag 13 december

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de datum in het Engels:
zondag 1 augustus

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de datum in het Engels:
vrijdag 25 oktober

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Tijden schrijven
In het Engels gebruiken we een 12 uurs klok. 

a.m. = Alles voor 12 uur 's middags (At Morning)
p.m. = Alles na 12 uur 's middags

Voorbeeld: 11 a.m. = 11:00         2 a.m. = 2:00
                          11 p.m. = 23:00       2 p.m. = 14:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

15:00 =
A
3 a.m.
B
3 p.m.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

02:00 =
A
2 a.m.
B
2 p.m.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

10:30 =
A
10:30 a.m.
B
10:30 p.m.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Prijzen schrijven
Schrijf eerst het pond teken -  £
Schrijf dan het getal erachter -  £2
Geen spaties of nullen!

Als je pennies wilt schrijven, dan gebruik je een punt-  £2.20

Voorbeelden:  £5.50 -  £8 -  £25.20

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Now go to Blink
And continue ex. 1
Study words lesson 2 & 3

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Starting Assignment
Schrijf in het Engels - in je schrift:
1. Zaterdag 12 oktober                 7. Wie is je favoriete artiest?
2. 5 pond en 50 pence                8. Het programma is ongelooflijk.
3. 7 uur 's avonds                           9. De meest beroemde artiesten treden op.
4. Kom naar dit geweldige festival!        10. De muziek is fantastisch.
5. We hebben de beste artiesten.           11. Ken jij de songteksten van jouw
6. Er is een geweldig programma.                 favoriete artiest?

timer
5:00

Slide 38 - Slide

This item has no instructions


1. Zaterdag 12 oktober                 7. De beste locatie voor een muziekevenement!
2. 5 pond en 50 pence                8. Het programma is ongelooflijk.
3. 7 uur 's avonds                           9. De meest beroemde artiesten treden op.
4. Kom naar dit geweldige festival!        10. De muziek is fantastisch.
5. We hebben de beste artiesten.           11. Ken jij de songteksten van jouw
6. Er is een geweldig programma.                 favoriete artiest?

1. Zaterdag 12 oktober                           - Saturday, 12 October
2. 5 pond en 50 pence                          - £5.50
3. 19.00 uur                                               -  7 p.m.   
4. Kom naar dit geweldige festival!   - great, awesome
5. We hebben de beste artiesten.      - the best performers
6. Er is een geweldig programma.     - great, awesome line-up
7.  Wie is je favoriete artiest?                - artist                               - 
8. Het programma is ongelooflijk.   - amazing, incredible
9. De meest beroemde artiesten treden op.
                                                    - The most famous performers/artists
10. De muziek is fantastisch.              - awesome, 
11. Ken jij de songteksten van jouw favoriete artiest - lyrics

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Today
  1. Practise 'writing'Mock test together

  2. Options to work: The rest of the mock test/  Blooket, grammar app/ finish online work ex. 1, 2, 3, & leerblad & words/ extra explanation.

  3. Questions? Things you need help with?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Open up 'Mock test' on SOM
explain writing part
Extra practise? Do BLINK exercise 'Task: your flyer'.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Time to work, before 15.00
Option 1:  Finish the rest of the Mock test and check your work.
Option 2: Gimkit: words 1, words 2, words 3
Option 3: Practise with grammar app: 2, 3 & 4.1 & 4.2
Option 4: Finish BLINK exercises: 1, 2, 3, leerblad and words

Option 5: Extra explanation about grammar together with Paulien




Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Time to work, after 15.00
Option 1:  Finish the rest of the Mock test and check your work.
Option 2: Gimkit: words 1, words 2, words 3
Option 3: Practise with grammar app: 2, 3 & 4.1 & 4.2
Option 4: Finish BLINK exercises: 1, 2, 3, leerblad and words

Option 5: Extra explanation about grammar together with Paulien




Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Thursday: Test music festivals

  • Finish online exercise 1, 2, 3, leerblad and blink words.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions