This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
1.2 Het ademhalingsstelsel
Slide 1 - Slide
Planning:
Uitleg basisstof 1.2
Aan het werk
Huiswerk
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van de les;
kun je in een afbeelding van het ademhalingsstelsel de delen benoemen.
kun je de kenmerken en functies van de delen van het ademhalingsstelsel noemen.
Slide 3 - Slide
stichtingcarmelcollege.sharepoint.com
Slide 4 - Link
Zuurstof
Voor verbranding in je lichaam is zuurstof nodig.
Zuurstof neem je op uit de lucht met je longen.
Ook je neus en het middenrif horen bij het ademhalingsstelsel.
Slide 5 - Slide
Ademhalingsstelsel
Het middenrif: Spier tussen de borstholte en de buikholte
Als je hik hebt, trekt hij kort samen.
Slide 6 - Slide
Ademhalen
Je ademt lucht in door je neus of mond.
2. De lucht komt in je neusholte of mondholte.
3. De lucht gaat door naar de keelholte en het strottenhoofd naar de luchtpijp.
4. De luchtpijp vertakt zich in 2 bronchiën, 1 naar de linkerlong en 1 naar de rechterlong.
5. de bronchiën vertakken zich in steeds kleinere buisjes. aan het einde van elk buisje zit ten longblaasjes.
Slide 7 - Slide
Neusholte en mondholte
De neusholte is bedekt met neusslijmvlies.
De slijmlaag is vochtig.
Daardoor wordt de lucht die je inademt ook vochtig.
Als je verkouden bent, maakt het neusslijmvlies te veel vocht.
Het slijm loopt dan als snot uit je neus.
Onder het neusslijmvlies liggen veel bloedvaatjes en het bloed is warm.
Daardoor verwarmt het neusslijmvlies de binnenstromende lucht.
Slide 8 - Slide
Neusademhaling
Slide 9 - Slide
Neusholte en mondholte: Lees blz. 15
Slide 10 - Slide
Functies
Neusharen: Houden grote stofdeeltjes tegen.
Slijm: Ziekteverwekkers en stofdeeltjes blijven hieraan plakken.
Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Keelholte
Na de neusholte komt de lucht in de keelholte.
Ook voedsel dat je inslikt komt door de keelholte.
Lucht moet de luchtpijp in.
Voedsel moet de slokdarm in.
Om dit te regelen zitten er 2 klepjes.
Bovenin de keelholte: de Huig.
Onderin: het Strotklepje.
Slide 13 - Slide
Huig en strotklepje bij ademen, slikken en verslikken.
Slide 14 - Slide
Keelholte
Het strotklepje sluit de luchtpijp af als je slikt.
De huig sluit de neusholte af als je slikt.
Soms verslik je je waardoor er voedsel in je neusholte of luchtpijp komt.
Slide 15 - Slide
Luchtpijp en longen
Luchtpijptakjes
Slide 16 - Slide
Luchtpijp en longen
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd.
In de wand van de luchtpijp en bronchiën zitten kraakbeenringen. De bronchiën vertakken zich tot kleinere buisjes.
Aan het einde daarvan zitten de longblaasjes, daar wordt zuurstof opgenomen uit het bloed.
Slide 17 - Slide
Slijmvlies
De wanden van de luchtpijp, bronchiën en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies.
Aan het slijm blijven ziekteverwekkers plakken.
Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.
Slide 18 - Slide
5.
4. Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje
Slide 19 - Drag question
Hoe wordt dit gedeelte van het ademhalingsstelsel genoemd?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Strottenhoofd
Slide 20 - Quiz
Enkele delen van het ademhalingsstelsel zijn de bronchiën, de longblaasjes en de luchtpijp. In welke volgorde stroomt de lucht door deze delen naar binnen als Niels diep inademt?
A
luchtpijp - longblaasjes - bronchiën
B
bronchiën - luchtpijp - longblaasjes
C
luchtpijp - bronchiën - longblaasjes
D
bronchiën - longblaasjes - luchtpijp
Slide 21 - Quiz
Waarvoor dienen de trilhaartjes in je ademhalingsstelsel?
A
lucht verplaatsen richting longen
B
slijm verplaatsen richting keelholte
C
lucht verplaatsen richting neus
Slide 22 - Quiz
Is de slokdarm een deel van het ademhalingsstelsel?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
In welk deel van je ademhalingsstelsel zitten er kraakbeenringen?
A
In je luchtpijp en bronchiën
B
In je luchtpijp en strottenhoofd
C
In je luchtpijp en longblaasjes
D
In je strottenhoofd en bronchiën
Slide 24 - Quiz
Wat is de functie van.. het ademhalingsstelsel
A
zuurstof opnemen in je bloed en koolstofdioxide uitscheiden
B
o.a. voedingsstoffen en zuurstof vervoeren
C
samenwerking van de organen
D
verwijderen van afvalstoffen
Slide 25 - Quiz
Aan het werk:
Wat? : Opdracht 1 t/m 7
Hoe?: Samen of zelfstandig
Hulp?: Je buurman/buurvrouw/boek/docent
Klaar?: Pak je laptop > Ga naar: Flitskaarten en om te onthouden en lees dit door.