b3.12/3.13 - k3.12/3.13: lezen

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
1:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
1:00

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Slide

2.5: grammatica
korte terugblik
Zijn er nog vragen over de grammatica bij 1 vd volgende doelen:  

  • persoonsvorm aanwijzen
  • werkwoordelijk gezegde benoemen 
  • zelfstandige naamwoorden in een zin benoemen;
  • lidwoorden in een zin benoemen.

Let op: over 2 lessen SO grammatica


Slide 3 - Slide

Lesdoelen 
Ik weet wat verkennend lezen is.
Ik kan alinea’s en tussenkopjes aanwijzen in een tekst



§3.12 &§3.13; lezen

Slide 4 - Slide

Verkennend lezen
Bij verkennend lezen gebruik je eigenlijk de eerste stap van het leesplan. Door verkennend te lezen weet je wat het onderwerp van de tekst is en of de tekst past bij je leesdoel. Dan besluit je of je de tekst helemaal leest en dus heel het leesplan gebruikt.

  1. Lees de titel: die staat boven de tekst en is meestal iets groter gedrukt.
  2. Bekijk de afbeelding: dit kan een foto of een tekening zijn.
  3. Lees de eerste zinnen: in een krant of een tijdschrift zijn deze meestal vetgedrukt.
  4. Lees de opvallend gedrukte woorden: soms zijn woorden bijvoorbeeld groter gedrukt, vetgedrukt of schuingedrukt.
  5. Kijk naar de bron: dit is de plaats waar de tekst vandaan komt. Dit is bijvoorbeeld een krant, een tijdschrift, een boek of een website. In schoolboeken staat de bron meestal onder de tekst.

Doorloop eerst de stappen van het verkennend lezen en dan kun je het onderwerp van de tekst vaststellen. 

Slide 5 - Slide

1. Wat voor soort tekst is dit?
2. Wat is de titel?
3. Lees de inleiding
4. Lees de kopjes
5. Bekijk de afbeelding
6. Wat is het onderwerp van de tekst?





Slide 6 - Slide

Tekstdoelen
Welke tekstdoelen kennen we?

 Lees hier de eerste drie zinnen van de tekst:

Een Amerikaanse student heeft een bekertje uitgevonden dat voorkomt dat je je tong verbrandt aan te hete koffie of thee. Boven op het bekertje zit namelijk een bobbel die groter wordt als het drankje te warm is. Als je met je neus tegen de bobbel botst, is het onmogelijk een slokje te nemen.

Het tekstdoel van deze tekst is … .
Het onderwerp van deze tekst gaat over ......

Slide 7 - Slide

Alinea's en tussenkopjes

Je hebt geleerd dat je een tekst verkennend leest om te weten waar een tekst over gaat. Dit is het onderwerp van de tekst.

Een tekst is verdeeld in stukjes: alinea’s. In elke alinea wordt iets anders verteld over het onderwerp. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Soms staat er tussen alinea’s een witregel.
Boven een alinea of een groepje alinea’s kan een tussenkopje staan. Een tussenkopje geeft aan waar de alinea of het groepje alinea’s over gaat.

Slide 8 - Slide

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

Wat zijn de tussen-
kopjes?


Slide 9 - Slide

Aan het werk
B: blok 3, lezen, §3.12/3.13, opdracht 30, 31
K: blok 3, lezen, § 3.12/ 3.13, opdracht 37, 38 

klaar? woorden oefen op studygo of lezen in je leesboek

in je ebook

Slide 10 - Slide

Ik kan het aantal alinea's uit een tekst halen

Slide 11 - Poll

Huiswerk
B: blok 3, lezen, §3.12/3.13, opdracht 30, 31
K: blok 3, lezen, § 3.12/ 3.13, opdracht 37, 38 

Slide 12 - Slide