§7.3 atmosfeer van een planeet

§ 7.3 atmosfeer van een planeet
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

§ 7.3 atmosfeer van een planeet

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

atmosfeer = dampkring
 
Dunne laag met gassen om een planeet heen.

Welke gassen zitten er in onze atmosfeer?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

atmosfeer
Hoe hoger je bent, des te ijler is de lucht.
Minder moleculen per kubieke meter.

Slide 5 - Slide

zwaartekracht

De aantrekkingskracht van de aarde op alles wat massa heeft.

Slide 6 - Slide

               op 1000 km hoogte
                         geen atmosfeer meer, geen moleculen meer

lege  ruimte, Vacuüm

Slide 7 - Slide

satellieten
Wat zijn het?
Hoeveel zijn er?

Slide 8 - Slide

satellieten (+-8000)
Bewegen in een baan om de aarde.
Buiten de atmosfeer, dus geen botsing met moleculen, dus geen afremming.
De zwaartekracht van de aarde houdt ze in hun baan.

Slide 9 - Slide

§7.3 tot luchtdruk


maken en nakijken opdracht 3,4 en 9

Slide 10 - Slide

                          atmosfeer

                                 
 (mengsel van ) gasmoleculen om een planeet

Slide 11 - Slide

de atmosfeer zorgt voor een broeikas effect

Slide 12 - Slide

luchtdruk

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Blobvis




Leeft op een diepte van 600 tot 1200 meter



Slide 17 - Slide

luchtdruk meten

Slide 18 - Slide

               luchtdruk meet je met barometer

 
de eenheid is 1 hPa  (hectoPascal)   (1OO Pascal)

De standaard druk = de gemiddelde luchtdruk op zeeniveau = 1013 hectoPascal  (hPa)

Slide 19 - Slide

zeeniveau:
1013 hPa

Hoe hoger je bent, des te lager is de luchtdruk

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

eerst alleen (schrift)
dan tweetal (schrift)
dan viertal (schrift)

Vul hier jullie beste antwoord in als groepje:
https://padlet.com/plaurier/sp594jvf0v6zw7hr

Slide 22 - Slide

Je kunt toelichten waarvoor het leven op aarde zuurstof en koolstofdioxide nodig heeft.

Je kunt uitleggen waardoor luchtdruk ontstaat en waarom je er vaak niets van merkt.

Je kunt benoemen met welk instrument en in welke eenheid je de luchtdruk kunt meten.

Je kunt toelichten hoe het komt dat de luchtdruk afneemt als je stijgt in de atmosfeer.

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
§ 7.3 opdr 1 t/m 10

Slide 24 - Slide