Begrippen F1

Begrippentoets F1
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMiddelbare schoolMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Begrippentoets F1

Slide 1 - Slide

Welke van de volgende is een informele betrokkene in de zorg?
A
Een verpleegkundige
B
Een familielid van de patiënt
C
Een specialist
D
Een zorgmanager

Slide 2 - Quiz

Welke van de volgende verklaringen beschrijft het meest nauwkeurig wat mantelzorg inhoudt?
A
Het betreft zorg verleend door beroepskrachten in een formele setting.
B
Het omvat onbetaalde zorg verleend door mensen uit de sociale omgeving van een zorgvrager.
C
Het verwijst naar gespecialiseerde medische zorg verleend aan patiënten in ziekenhuizen.
D
Het is de zorg die wordt betaald door de overheid voor mensen die geen professionele hulp kunnen veroorloven.

Slide 3 - Quiz

Waarom is het belangrijk om samen te werken met mantelzorgers?
A
Omdat mantelzorgers kunnen worden betaald voor hun diensten.
B
Omdat mantelzorgers alle taken van de zorgverlener kunnen overnemen.
C
Omdat mantelzorgers vaak al veel ervaring hebben in het verzorgen van de zorgvrager.
D
Omdat het wettelijk verplicht is om mantelzorgers te betrekken bij de zorgverlening.

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort activiteiten kunnen vrijwilligers verrichten in de zorgorganisatie?
A
Een breed scala aan taken, zoals het schenken van koffie, het organiseren van activiteiten en het bieden van persoonlijk contact
B
Alleen administratieve taken.
C
Alleen medische behandelingen.
D
Alleen het verzorgen van medicatie.

Slide 5 - Quiz

Welke tip wordt gegeven voor een goede samenwerking met mantelzorgers?
A
Negeer de expertise van de mantelzorger omdat deze niet professioneel is.
B
Deel geen informatie over veranderingen in de zorgverlening met de mantelzorger.
C
Bespreek niet de rolverdeling en de grenzen met de mantelzorger.
D
Houd aandacht voor de mantelzorger als persoon en vraag regelmatig hoe het met hem of haar gaat.

Slide 6 - Quiz

Waarom zijn vrijwilligers van grote waarde in de zorg?


A
Omdat ze altijd professionele medische training hebben.
B
Omdat ze alleen werken met zorgvragers die mobiel genoeg zijn om buiten de instelling te komen.
C
Omdat ze betaalde zorgverleners vervangen.
D
Omdat ze tijd en aandacht kunnen besteden aan zorgvragers en afleiding kunnen bieden.

Slide 7 - Quiz

Wat is het SOFA-model?

Slide 8 - Open question

Hoe kan het SOFA-model helpen bij de zorg?
A
Door te evalueren hoe comfortabel een patiënt is
B
Door het coördineren van afspraken tussen verschillende disciplines
C
Door de belasting van mantelzorgers te meten
D
Door de draagkracht van een patiënt te beoordelen

Slide 9 - Quiz

Hoe kan het SOFA-model worden toegepast in de praktijk?

A
Door het opstellen van een financieel plan voor de zorg van een patiënt
B
Door het organiseren van trainingen voor zorgverleners
C
Door het beoordelen van de behoeften en belasting van mantelzorgers
D
Door het evalueren van de medische geschiedenis van een patiënt

Slide 10 - Quiz

Welke CanMeds-rol richt zich op het begrip van de behoeften van verschillende betrokkenen in de zorg?
A)
B)
C)
D)
A
Gezondheidsbevorderaar
B
Samenwerker
C
Communicator
D
Professional

Slide 11 - Quiz

Welke Can-Meds rollen zijn er?

Slide 12 - Open question

Wat wordt bedoeld met het begrip zelfredzaamheid?

A
Het vermogen van mensen om zichzelf te redden zonder enige vorm van ondersteuning.
B
Het vermogen van mensen om zichzelf te redden met minimale professionele ondersteuning.
C
Het vermogen van mensen om hulp te vragen wanneer dat nodig is.
D
Het vermogen van mensen om volledig afhankelijk te zijn van professionele zorgverleners.

Slide 13 - Quiz

Wat is multidisciplinaire samenwerking?

A
Professionals werken samen, maar behouden hun eigen expertisegebieden
B
Professionals werken samen binnen dezelfde discipline
C
Hetzelfde als interdisciplinaire samenwerking
D
Alleen artsen en verpleegkundigen werken samen

Slide 14 - Quiz

Wat wordt bedoeld met multidisciplinaire samenwerking in de gezondheidszorg?


A
Het samenwerken van verschillende disciplines binnen de zorg om de kwaliteit en continuïteit van de zorg te waarborgen
B
Het uitvoeren van dezelfde taken door verschillende disciplines binnen de zorg.
C
D
Het bieden van medische zorg door één discipline binnen de gezondheidszorg.

Slide 15 - Quiz

Een vorm van multidisciplinaire samenwerking is ketenzorg.
Welke beweringen over ketenzorg zijn juist?
A
De verpleegkundige behartigt de belangen van betrokken zorgverleners.
B
De verpleegkundige bepaalt het doel dat gezamenlijk wordt nagestreefd.
C
Er kan gebruik worden gemaakt van landelijke zorgstandaarden.
D
Het wordt verleend aan zorgvragers met chronische aandoeningen.

Slide 16 - Quiz

Wat is ketenzorg?

Slide 17 - Open question

Paramedische zorg
De beroepsbeoefenaren in de paramedische discipline hebben meestal een hogere beroepsopleiding (hbo) gevolgd. Ze voeren een behandeling over het algemeen uit na verwijzing door een arts, maar kiezen zelfstandig voor de beste aanpak en voeren deze zelfstandig uit. Bekende paramedische beroepen zijn fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtist, logopedist, psycholoog, laborant, apothekersassistent, verloskundige, manueel therapeut, maatschappelijk werker, gewichtsconsulent en overgangsconsulent.

Slide 18 - Slide

Wat is een kenmerk van paramedische beroepsbeoefenaren?

A
Ze kiezen zelfstandig voor de beste aanpak en voeren behandelingen zelfstandig uit na verwijzing door een arts.
B
Ze hebben doorgaans een lagere beroepsopleiding (mbo) afgerond.
C
Ze voeren behandelingen alleen uit onder directe supervisie van een arts.
D
Ze zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor het voorschrijven van medicatie aan patiënten.

Slide 19 - Quiz

Wat wordt beschouwd als een cruciaal element van samenwerking in de verpleegkunde?
A
Het hanteren van een strikt zakelijke benadering in interacties met andere disciplines.
B
Het opstellen van strikte hiërarchische structuren binnen het team.
C
Het creëren van een afstandelijke relatie met zorgvragers en andere betrokkenen.
D
Het aangaan van oprechte en persoonlijke verbindingen met zorgvragers en andere betrokkenen.

Slide 20 - Quiz

Hoe kan interdisciplinaire samenwerking de patiëntenzorg verbeteren?
A
Door het verminderen van de betrokkenheid van familieleden
B
Door het elimineren van communicatie tussen verschillende disciplines
C
Door het delen van kennis en expertise voor een holistische benadering van zorg
D
Door het beperken van de rol van mantelzorgers

Slide 21 - Quiz

Wat is het verschil tussen een multidisciplinair overleg en een interdisciplinair overleg?
A
Bij multidisciplinair overleg werken zorgprofessionals samen binnen één discipline, terwijl bij interdisciplinair overleg verschillende disciplines samenwerken.
B
Bij multidisciplinair overleg werken zorgprofessionals samen zonder betrokkenheid van een verpleegkundige, terwijl bij interdisciplinair overleg een verpleegkundig e de leiding heeft.
C
Bij multidisciplinair overleg werken verschillende disciplines samen, terwijl bij interdisciplinair overleg een verpleegkundige de andere disciplines betrekt bij het zorgproces.
D
De volgorde van werkzaamheden. Bij multidisciplinair samenwerken, voeren de disciplines werkzaamheden vaak na elkaar uit (eerst de arts, dan de vp). Bij interdisciplinaire wordt er meer 'naast' elkaar gewerkt, meer overleg.

Slide 22 - Quiz

Interdisciplinaire samenwerking
Een ontwikkeling in organisaties en in de ketenzorg is die van multidisciplinair naar interdisciplinair samenwerken. Een verschil tussen multidisciplinair en interdisciplinair samenwerken is de volgorde waarin werkzaamheden plaatsvinden.
In de klassieke vorm van multidisciplinair samenwerken, voeren de verschillende disciplines werkzaamheden vaak na elkaar uit (eerst de arts, dan de verpleegkundige). Bij interdisciplinaire samenwerking wordt er meer 'naast' dan 'na' elkaar gewerkt, vindt er meer overleg vooraf plaats en komt een verpleegplan eerder tot stand door onderling af te stemmen en kennis en expertise
uit te uitwisselen.

Slide 23 - Slide