Genitive

Today's program
  • Talk about your animal presentation 
  • Ask questions if you have any
  • Go through program selfstudy
  • Extra explanation / little quiz on the genitive
  • Quizlet live
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Today's program
  • Talk about your animal presentation 
  • Ask questions if you have any
  • Go through program selfstudy
  • Extra explanation / little quiz on the genitive
  • Quizlet live

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Gebruik van de genitive

De genitive wordt gebruikt om bezit aan te duiden:

  • Patrick’s family
  • my mother's hands
  • his father's eyes

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

People / animals

Om bezit aan te geven bij personen/ dieren gebruik je in principe een 's na het zelfstandige naamwoord:  

  • Jack's car
  • the dog's tail
  • the man's bike

(N.B.: Jack his car/ the dog its tail mag niet!)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Single noun / not -s


Een 's geldt voor zelfstandige naamwoorden (personen/ dieren) die niet op en 's' eindigen:
  • My sister's dress is nice.
  • My brother's bike is new.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Single noun / -s

Als een naam of zelfstandig naamwoord eindigt op een s, dan zet je alleen een apostrof achter de bestaande 's' om bezit aan te geven:

  • James' book
  • Chris' car

N.B. Bij namen mag je ook 's gebruiken: James's book, maar is dit is minder gebruikelijk. 

 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Plural nouns / -s
Bij zelfstandige naamwoorden in het meervoud die eindigen op -s (= de meeste meervoudsvormen), komt er alleen een apostrof na de -s om bezit aan te geven:

  • the boys' mother
  • the girls' jackets

N.B. Bij meervoudsvormen die eindigen op -s mag je nooit een extra 's toevoegen: the boys's mother.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Plural nouns / not -s
Er bestaan in het Engels ook zelfst. nw. in het meervoud die niet eindigen op -s, zoals children, men, women, enz. De bezitsvorm bij deze meervoudsvormen is 's:
  • the children's school
  • the women's dresses

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Things
Bij dingen gebruik je in principe 'of' en geen 's' om bezit aan te geven: 
  • the door of the classroom
  • the end of the journey
Je mag niet zeggen: the classroom's door of the journey's end.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Expressions of time 
Uitzondering: bij tijdsaanduidingen krijg je juist wel 's en geen 'of':
  • a week's notice
  • yesterday's newspaper
  • an hour's drive

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Shops / houses
Je gebruikt 's ook als aanduiding voor een plaats waar iemand woont of werkt. Meestal kun je er 'shop' of 'house' achter denken:
  • I have to go to the baker's. (-> baker's shop)
  • hairdresser's
  • I'm staying at my friend's tonight. (-> friend's house)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Plural forms in general
Let op! Bij meervoudsvormen (dus zonder bezitsvorm) gebruik je nooit 's, maar je plakt de 's' altijd aan het woord vast:
  • cats
  • babies
  • aunts

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen:
1. These are the boy's bikes.
en
2. These are the boys' bikes.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions


These are my childrens' shoes.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


The car's tyre is flat.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Womens' rights are important.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Jane's friend is moving to France.
A
Right
B
Wrong

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Thomas' jumper is red.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


What was the result of the match?
A
Correct
B
Incorrect

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Go to www.quizlet.live
Enter the code that appears on the screen. 
Log in with your own name.

Slide 19 - Slide