Studiebegeleidingsles p3 communiceren

Communicatie
Doelen:
Student weet wat (non-)verbale communicatie is
Student weet wat de 4 c's zijn en waarom ze belangrijk zijn

1 / 17
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Communicatie
Doelen:
Student weet wat (non-)verbale communicatie is
Student weet wat de 4 c's zijn en waarom ze belangrijk zijn

Slide 1 - Slide

Als ik technisch vaardig ben, is communicatie niet zo boeiend
eens
oneens

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is non-verbale communicatie? Voorbeelden?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Verbale communicatie
= wat je zegt en hoe je het zegt
 • Kan invloed hebben op de betekenis van wat je zegt
 • Beïnvloedende factoren:
- De toon
- De manier waarop je je stem gebruikt
- Volume
- Snelheid waarmee je spreekt

Slide 10 - Slide

Luisteren is belangrijk bij goed communiceren. Een handig ezelsbruggetje voor actief luisteren is LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen.
Hoe laat je als kapper het BESTE blijken aan een klant dat je actief luistert?
A
Door ontspannen te blijven
B
Door je te verplaatsen in de ander
C
Door een samenvatting te geven in eigen woorden
D
Door te cliënt snel af te kappen

Slide 11 - Quiz

Wat is belangrijk bij verbale communicatie?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Welk onderwerp bespreek je met je klant?
Je geloofsovertuiging
Je politieke voorkeur
vakantieplannen
Het nieuwe kapsel van Rita Ora
vakmanschap medewerkers of concurenten
Gedrag andere klanten
Problemen waar de klant over begint
Je eigen problemen
Hoe het met de klant gaat

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Slide

Communicatie toepassen
Vaak heb je een klant in de stoel zitten die een plaatje aanwijst of een foto bij zich heeft van wat hij of zij graag wil hebben. Maar als de klant nu geen foto bij zich heeft, hoe kom je er dan achter de wens van de klant?

Slide 16 - Slide

EindOpdracht
Een student uit de klas komt naar voren. De student zoekt op de laptop van de SB-er een kapsel uit. Dit kan een opsteekkapsel zijn, een opgeschoren herencoupe, een geföhnd kapsel, enz..

De student omschrijft in eigen woorden, zonder zijn handen te gebruiken en vaktaal, het kapsel wat hij heeft uitgekozen. De klas luistert aandachtig en mag geen vragen stellen. De klas tekent het kapsel uit.
Als iedereen klaar is met tekenen, loopt de student rond en kijkt of zijn gekozen kapsel er tussen zit. De student neemt die tekeningen mee en legt de tekeningen op de lessenaar van de SB-er.
De studenten die het kapsel niet goed hadden, mogen vragen stellen ter verduidelijking en corrigeren hun tekening. De student loopt rond en haalt de tekeningen op die goed zijn.
Welke vragen zijn nu belangrijk geweest om te stellen?









Slide 17 - Slide