les 15_1_gebruik van de conjunctivus
1 / 20
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Bekijk de schema's op p.115:
wat is het kenmerk van de coniunctivus van het imperfectum?
wat is het kenmerk van de coniunctivus van het imperfectum?
Slide 2 - Open question
Bekijk de schema's op p.116:
wat is het kenmerk van de coniunctivus van het plusquamperfectum?
wat is het kenmerk van de coniunctivus van het plusquamperfectum?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
1. ut ducebat
2. ut duceret
2. ut duceret
A
alleen zin 1 is goed Latijn
B
alleen zin 2 is goed Latijn
C
zin 1 en 2 zijn allebei goed Latijn
D
zin 1 en 2 zijn allebei fout
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
ut + conjunctivus = zoals
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quiz
ut + conjunctivus =
A
opdat / zodat
B
zodat / zoals
C
opdat / zodra
D
hoe / zodra
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Cum patre Hannibal ad templum venit = toen Hannibal met zijn vader naar de tempel kwam
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Heb je nog vragen over cum in de bijzin (na ut of na cum), dan kun je hier je vraag stellen.
