This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Keti Koti en het Nederlands slavernijverleden
Slide 1 - Slide
Op 1 juli wordt Keti Koti gevierd.
Lesdoelen:
Aan het einde van de les weet ik meer over Keti Koti
Aan het einde van de les weet ik meer over het slavernijverleden van Nederlands
Slide 2 - Slide
jeugdjournaal.nl
Slide 3 - Link
Gevierd op 1 juli
Keti Koti = ketenen doorbroken
Herdenking bij monument slavernijverleden Oosterpark Amsterdam
Wat is Keti Koti?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slavernijverleden Nederland
Rond 1600 zijn Nederlandse handelaren gestart met slavenhandel
Curaçao en Suriname werden in 1667 Nederland bezit
Suriname was geschikt voor suiker en koffieplantages
Slide 6 - Slide
Waarom slavernij?
Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
Plantageproducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongeschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...
Slide 7 - Slide
Transatlantische slavenhandel
Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen tot slaaf gemaakten: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam.
Deze tot slaaf gemaakten werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika
De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Hoe kwamen de handelaren aan slaven?
Oorlogen tussen Afrikaanse volkeren
Gevangenen werden verkocht
Niet voor geld maar voor: schelpjes, wapens, kleding en alcohol
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Voor de overtocht
Tot slaaf gemaakte gebrandmerkt met teken WIC en teken van plantage-eigenaar
Tot slaaf gemaakte kregen voornaam die door eigenaar werd gekozen en achternaam was vaak achternaam eigenaar
tot 1828 werden tot slaaf gemaakten gezien als meubels/bezit
Slide 12 - Slide
Slavenmarkten
De tot slaaf gemaakten die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
Daar werden de tot slaaf gemaakten 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
Ze waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.
...maar eigenlijk kocht je dus een mens voor een paar duizend euro...
Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika.
Slide 13 - Slide
Op de plantages
Tot slaaf gemaakten moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
Regelmatig werden ze mishandeld en/of misbruikt
De meeste plantagehouders hadden witte opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s.
Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.
Slide 14 - Slide
Opstanden
Slavenopstanden kwamen voor op verschillende manieren, maar het was vaak erg moeilijk om gezamenlijk in opstand te komen.
Dit kwam omdat:
de slavenhouders de tot slaaf gemaakten geboeid hadden
de slavenhouders goed bewapend waren
de tot slaaf gemaakten uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
sommigen bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering
Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)
Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.
Slide 15 - Slide
Einde aan slavernij?
In 1863 werd in Suriname en de Nederlandse Antillen de slavernij afgeschaft.