5H 9.1 DNA

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

DNA
Oriëntatie
9.1 DNA
9.2 DNA-replicatie
9.3 Eiwitsynthese
9.4 Genexpressie
9.5 Mutaties
9.6 DAN-technieken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 9.1
Je kunt de bouw en functies van DNA beschrijven

Slide 3 - Slide

DNA
  • Desoxyribonucleïnezuur
  • Bevat informatie voor je erfelijke eigenschappen 
  • Alle DNA in een cel = het genoom.
  • Alle cellen van een organisme hebben hetzelfde genoom

Slide 4 - Slide

DNA
  • Prokaryoten --> geen celkern, Circulair DNA-molecuul, plasmiden (korte stukjes circulair DNA)
  • Eukaryoten --> genoom = DNA in de celkern (kernDNA) en DNA in mitochondriën (mtDNA). Planten ook DNA in chloroplasten.  

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Bouw van DNA
  • Nucleïnezuur (ook in cytoplasma)
  • DNA --> 2 ketens aan elkaar 
  • Gekoppelde nucleotiden 
Adenine (A)
Thymine (T)
Guanine (G)
Cytosine (C)
Enkel strengs DNA
(desoxyribose)

Slide 7 - Slide

Basenparing
Waterstofbruggen koppelen A-T en G-C --> dubbelstrengs DNA met een helixstructuur 

Slide 8 - Slide

DNA Sequentie
  • De volgorde van de stikstofbasen (nucleotiden) bepaalt welke eiwitten gevormd worden.
  • Gen: deel van DNA-sequentie waarin code klaarligt voor het synthetiseren van één of meer eiwitten door ribosomen.
  • Allel: variaties van genen


Slide 9 - Slide

Niet-coderend DNA --> Junk DNA
Niet-coderend DNA, codeert niet voor eiwitten
  • 98,5% van het genoom van een mens
  • Een deel bestaat uit genen die hun functie hebben verloren
  • Een deel codeert wel voor andere moleculen b.v. voor een regulerende functie bij de eiwitsynthese. 

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

BEVAT DNA
BEVAT GEEN DNA
Haar
Vingerafdrukken
Speeksel
Bloed
Kauwgom

Slide 12 - Drag question


Het stukje van een DNA molecuul heeft de volgende sequentie: TGCAAACC
Wat is sequentie van de tegenoverliggende DNA streng?
A
TTTGCAGG
B
ACGTTTGG
C
TGCAAACC
D
ATCTTTAA

Slide 13 - Quiz

Geef aan hoe de tegenoverliggende streng DNA eruit ziet.
A
A-G-G-T-G-A-G-T
B
A-C-G-A-C-T-C-A
C
T-G-C-T-C-A-C-A
D
T-G-C-T-G-A-G-T

Slide 14 - Quiz

Huiswerk

Lezen 9.1
Maken opdracht 1 t/m 8 + 10
+ begrippenlijst




Herhalen en/of extra oefenen

Uitlegvideo bouw van DNA

Slide 15 - Slide

Leerdoelen 9.1
Je kunt de bouw en functies van DNA beschrijven

Slide 16 - Slide

Eiwitsynthese 
DNA-sequentie is een 'recept' voor een eiwit

1. Staat de gen 'aan'?  Dan wordt de DNA-sequentie afgelezen.
2.  De DNA-sequentie wordt gekopieerd
Het kopietje heet RNA

Transcriptie: Kopiëren van DNA --> RNA



Slide 17 - Slide

3

Slide 18 - Video

00:20
Wat bevind zich in de celkern?
A
Ribosoom
B
Genoom
C
RNA
D
Aminozuren

Slide 19 - Quiz

00:45
Wat gebeurt er tijdens de transcriptie?
A
Het lezen van RNA
B
Het verpakken van DNA
C
Het lezen van DNA
D
Het vouwen van eiwitten

Slide 20 - Quiz

02:29
Wat is het resultaat van het proces waarbij aminozuren worden toegevoegd aan een groeiende keten?
A
RNA-molecuul
B
Ribosoom
C
DNA-molecuul
D
Eiwit

Slide 21 - Quiz