les 13: leesstrategieën en woordenschatstrategieën

Les 13: leesstrategieën en woordenschatstrategieën
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 13: leesstrategieën en woordenschatstrategieën

Slide 1 - Slide

Wat leer je? Wat oefen je?
- Je leert de gewenste leesstrategie bepalen op basis van een leesdoel.
- Je leert de opmaakelementen en de structuurelementen onderzoeken.
- Je leert hoe je woordenschatstrategieën moet toepassen op onbekende woorden.

Slide 2 - Slide

Wat kan je nog vertellen over de opmaak van een tekst?

Slide 3 - Mind map

opmaakelementen - structuurelementen 

Slide 4 - Slide

een voorbeeld van een lead

Slide 5 - Slide

Een voorbeeld van een citaat 

Slide 6 - Slide

Wat kan je doen om de betekenis van woorden te ontdekken?

Slide 7 - Mind map

Woordenschatstrategieën
Er zijn verschillende manier om de betekenis van een woord te achterhalen. 
--> Dit zijn zogenaamde woordenschatstrategieën
- Je kan de verschillende strategieën terugvinden op de volgende slides

Slide 8 - Slide

1. Bekijk een woord altijd in de context
- We bekijken een woord altijd in de zin of alinea waarin het gebruikt wordt. 
bv. 'bal'
-> bal = Een feestelijke bijeenkomst waar men komt om te dansen.
of 
een bolvormig voorwerp

Slide 9 - Slide

2. Doe een beroep op je voorkennis
- Heel wat woorden ken je zonder er bij stil te staan, of vanuit een ander context, taal of vak.

bv. Het woord 'ravage' zou je kunnen verklaren vanuit je taalkennis Frans.

Slide 10 - Slide

3. Denk taalkundig
- Bij samenstellingen of afleidingen ga je op zoek naar de betekenis van de aparte delen/ woorden. 

bv. In het woord 'onthaasten' herken je de delen 'ont' (niet meer) en haasten (snel zijn)

Slide 11 - Slide

4. Overleg met anderen
- Zoek samen, in overleg met anderen, naar de juiste betekenis.


Slide 12 - Slide

5. Gebruik een verklarend woordenboek
- Indien de vorige stappen niet hielpen, kan je beroep doen op een verklarend woordenboek of een online zoekmachine. 

bv. Van Dale of Google

Slide 13 - Slide

Leesstrategieën
- oriënterend lezen
- globaal lezen
- zoekend lezen
- intensief lezen
- kritisch lezen
- genietend lezen 

Slide 14 - Slide

Wat weet je over oriënterend lezen?

Slide 15 - Mind map

oriënterend lezen

Slide 16 - Slide

Wat weet je over globaal lezen?

Slide 17 - Mind map

Globaal lezen

Slide 18 - Slide

Wat weet je over zoekend lezen?

Slide 19 - Mind map

zoekend lezen

Slide 20 - Slide

Wat weet je over intensief lezen?

Slide 21 - Mind map

intensief lezen

Slide 22 - Slide

Wat weet je over kritisch lezen?

Slide 23 - Mind map

kritisch lezen

Slide 24 - Slide

Wat weet je over genietend lezen?

Slide 25 - Mind map

genietend lezen

Slide 26 - Slide

oefenen!
- Maak oefening 10 op pagina 124.
- Vul jouw antwoorden in op de volgende slide. 
-> Je noteert de antwoorden als volgt:
a: ( strip) - ( kritisch lezen)
b: (teksttype) - ( beste leesstrategie)

Slide 27 - Slide

Vul hier de antwoorden in van vraag 10.

Slide 28 - Open question

TAAK! 
1: Je kiest een tekst.
2: Maak de bijhorende opdrachten.
3: Stuur de taak door. Je krijgt daarvoor tot 22.00u de tijd.


Slide 29 - Slide