Spelling 5.9 + 5.10 KGT

Wat gaan we deze les doen?

- Terugkoppeling vorige les
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?

- Terugkoppeling vorige les
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

bezitsvorm 
De schoenen van mijn vader




mijn vaders schoenen
(bezitsvorm) 

Slide 2 - Slide

bezitsvorm
papa's handdoek
mijn broers rapport
mijn zusjes kleding
bas' fiets

Slide 3 - Slide

                 bezitsvorm

Slide 4 - Slide

bezitsvorm
In plaats van 'de schoenen van mijn vader' kun je ook zeggen 'mijn vaders schoenen'

De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord, maak je door er een -s- aan vast te plakken.

mijn broers kamer /  Andrés lichaam

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Na deze les
- weet je wat de bezitsvorm is.
- kun je de bezitsvorm toepassen. 
- weet je wanneer je cijfers moet schijven en wanneer je getallen voluit moet schrijven. 

Slide 6 - Slide

Noem een voorbeeld van een bezit.

Slide 7 - Mind map

bezitsvorm 
De schoenen van mijn vader




mijn vaders schoenen
(bezitsvorm) 

Slide 8 - Slide

 regel 1:
Je kunt de bezitsvorm maken door een s achter de naam of een zelfstandig naamwoord te zetten. 

de schoenen van mijn vader  >  mijn vaders schoenen
de kleren van mijn zusje > mijn zusjes kleren
het beroep van Sarah > Sarahs beroep. 

Slide 9 - Slide

Maak een bezitsvorm:
het horloge van Sam

Slide 10 - Open question

Maak een bezitsvorm:
de telefoon van mijn broer

Slide 11 - Open question

regel 2: 
Als een naam of zelfstandig naamwoord op een a, i, o, u, of y, eindigt, dan zet je een ' voor de s. Je schrijft dus 's
een '- teken heet een apostrof

het huis van oma   >   oma's huis
de moeder van Eddy   >   Eddy's moeder
de speen van de baby   >   baby's speen

Slide 12 - Slide

maak een bezitsvorm:
de sigaar van opa

Slide 13 - Open question

maak een bezitsvorm
de brief van Hugo

Slide 14 - Open question

maak een bezitsvorm
de gouden plaat van Marco Borsato

Slide 15 - Open question

Regel 3: 
Eindigt het zelfstandig naamwoord of de naam op een sisklank? 
Schrijf dan alleen een apostrof ( ') 

De broer van Max  >  Max' broer
De zus van Bas  >  Bas' zus

Slide 16 - Slide

maak een bezitsvorm
De jas van Els

Slide 17 - Open question

Maak een bezitsvorm
De laptop van Lukas

Slide 18 - Open question

2 of twee
cijfers of getallen voluit schrijven? 


2  > getal 
twee > cijfer voluit

Slide 19 - Slide

de regel:
In teksten gebruik je meestal géén cijfers, maar schrijf je de getallen voluit. 
BEHALVE 
bij maten/gewichten/procenten/snelheid
en 
ingewikkelde getallen

Slide 20 - Slide

voorbeelden:
Bas nodigde zeventien vrienden uit op zijn verjaardag.
Mijn opa en oma zijn binnenkort vijftig jaar getrouwd. 
Op de tweede dag van de vakantie had ik al heimwee. 

Precies 135 leerlingen hebben de enquete ingevuld. 
de afgeprijsde televisie kost nu nog maar 299 euro
In het recept staat dat we 25 gram suiker nodig hebben. 

Slide 21 - Slide

let op!
Speciale tekens of arkortingen schrijf je altijd voluit. 

dus niet: 25% korting, maar 25 procent korting
niet: 80 km/u maar 80  kilometer per uur

Slide 22 - Slide

 regel 1:
Je kunt de bezitsvorm maken door een s achter de naam of een zelfstandig naamwoord te zetten. 

de schoenen van mijn vader  >  mijn vaders schoenen
de kleren van mijn zusje > mijn zusjes kleren
het beroep van Sarah > Sarahs beroep. 

Slide 23 - Slide

Bezitsvorm
De bezits-s geeft een bezit aan. De regels voor de bezits-s zijn eenvoudig: je schrijft de –s er aanvast, behalve als je de bezitsvorm niet meer goed uit kunt spreken. Dat gebeurt bij de volgende laatste letters:
-a       Mara       Mara's boek
-i        Mimi       Mimi's boek
-o       Otto        Otto's boek
-u       Abu         Abu's boek
-y       Dory        Dory's boek    (behalve als er een klinker voor de y staat)

Slide 24 - Slide

bezitsvorm
Je schrijft altijd de -S- vast aan het ZNW
behalve:
- Als het ZNW eindigt op een lange klinker of Y. Dan schrijf je een apostrof ' voor de S   ('S)  oma's fiets   /   Cindy's auto

Als het ZNW eindigt op een sisklank, dan schrijf je alleen de apostrof;  Morris'tas     Patrice' kapsel

Slide 25 - Slide

Terugblik
In de vorige les:

-kun je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord spellen.

Slide 26 - Slide

Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:

-kun je de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden spellen;
-kun je getallen goed spellen.




Slide 27 - Slide

Bezitsvorm
De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten.

In de zinnen wordt uitgelegd dat iets van iemand is. 
Voorbeeld:       De kleren van mijn zusje.
                     Het rapport van mijn broer. 
Dit kun je ook anders zeggen:
Mijn zusjes kleren. Mijn broers rapport. Dit noem je de bezitsvorm.

Slide 28 - Slide

Hoe spel je de bezitsvorm?

Zet een s achter het zelfstandig naamwoord. 
Spel ’s als het zelfstandig naamwoord eindigt op a, i, y, o of u. 
Spel ’s als het zelfstandig naamwoord eindigt op een e die klinkt als ee.
Schrijf alleen ’ als het zelfstandig naamwoord eindigt op een sisklank.

Slide 29 - Slide

Getallen 
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit. Er zijn enkele uitzonderingen.

In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit:
Mirjam fietst elke ochtend een halfuur naar school. 
Op de tweede dag van de vakantie had ik al heimwee.
In de jaren tachtig was hiphop sterk in opkomst.
Tijdens onze reis door Canada reden we in totaal vierduizend kilometer.

Slide 30 - Slide

Op deze regel zijn een paar uitzonderingen.

Bij maten en gewichten zijn cijfers soms overzichtelijker.
Grote, ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers.

Volgens het onderzoek was maar 13 procent van de mensen tevreden over de cursus.
In het recept staat dat we 25 gram suiker moeten toevoegen.
Het huis van mijn tante ligt aan een drukke weg waar het verkeer met 
80 kilometer per uur langs raast.

Slide 31 - Slide

Op deze regel zijn een paar uitzonderingen.

Voor of na cijfers en getallen kom je soms speciale tekens en afkortingen tegen, zoals €, %, kg of cm. 

In een tekst schrijf je deze voluit: euro, procent, kilo of centimeter.

Slide 32 - Slide

Oefenen met bezitsvorm en getallen
Blok 5: spelling KGT

Maken:
5.9      opdr. 20      
5.10    opdr. 21         + dictee (met oortjes)

KLAAR?         -Lezen      of www.jufmelis.nl     
timer
15:00

Slide 33 - Slide

Nabespreken
We gaan de opdrachten bespreken










aantal
240









aantal







Slide 34 - Slide

Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:

-kun je de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden spellen;
-kun je getallen goed spellen.

Slide 35 - Slide