5V Thema DNA basisstof 1

Thema 4 DNA (boek 5B)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 4 DNA (boek 5B)

Slide 1 - Slide

Planning periode 3
  • Online starten met Thema 4 DNA (boek 5B)
  •  Spel Thema 1 na lockdown afmaken
  • ELO opdrachten met Daltontaak per 2 weken
  • SE Thema 1 bespreken na lockdown
  • Stel je vragen via Slack!

Slide 2 - Slide

Welke woorden associeer je met DNA?

Slide 3 - Open question

Genoom - al het DNA in de cel
prokaryoot = cel zonder kern, bijvoorbeeld een bacterie 

Bij een prokaryoot ligt het DNA in het cytoplasma als een cirkel (circulair DNA) Daarnaast bevat een bacterie vaak ook korte stukjes circulair DNA (plasmide



Slide 4 - Slide

Genoom - al het DNA in de cel
eukaryoot - cel met een kern bijvoorbeeld, plant, dier, schimmel

genoom dierlijke cel:
- kernDNA
- mitochondriaal DNA(mtDNA)


genoom plantaardige cel:
- kernDNA 
- mitochondriaalDNA (mtDNA)
- DNA in bladgroenkorrels

Slide 5 - Slide

aantal histonen + DNA = nucleosoom

Slide 6 - Slide

DNA - DesoxyriboNucleicAcid - desoxyribonucleïnezuur
DNA is opgebouwd uit 4 verschillende bouwstenen (nucleotide); A,C,T,G

Elk nucleotide is opgebouwd uit 
3 onderdelen:
1. fosfaat
2. desoxyribose (suiker)
3. stikstofbase 
engels                                  nederlands

Slide 7 - Slide

3' -uiteinde: OH-molecuul
5' -uiteinde: fosfaatgroep

Slide 8 - Slide

enkelstrengs DNA (ssDNA)
dubbelstrengs DNA (ds DNA) helixstructuur

Slide 9 - Slide

DNA-stikstofbasen
DNA-sequentie: 
  • de volgorde van de stikstofbasen.

Gen: 
  • deel van DNA bevat code voor ribosomen om eiwit te synthetiseren


Slide 10 - Slide

Niet-coderend DNA
  • 98,5% van genoom mens bestaat uit  niet-coderend DNA
  • niet coderend DNA : coderen voor regulerende moleculen
  • deel is repetitief DNA: herhalende nucleotidesequenties bv. GCAAGCAAGCAA 

Slide 11 - Slide

Hoe noemen we de combinatie hier rechts?
A
DNA-helix
B
Gen
C
Aminozuur
D
DNA-molecuul

Slide 12 - Quiz

Wat betekent 'complementair'?

Slide 13 - Open question

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?
A
chromosoom , gen, nucleotide, base
B
chromosoom, gen, base, nucleotide
C
gen, chromosoom, nucleotide, base
D
gen, chromosoom, nucleotide, base

Slide 14 - Quiz

Hoeveel procent van ons DNA bestaat uit genen?
A
0-5%
B
10-50%
C
5-10%
D
50-80%

Slide 15 - Quiz

Welk kenmerk van ons erfelijk materiaal is niet universeel bij levende organismen?
A
De aaneenschakeling van desoxyribose en fosfaat
B
De aanwezigheid van 4 basen: A, C, T en G
C
De aanwezigheid van twee complementaire strengen
D
De sequentie van de nucleotiden

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het begrip 'sequentie'
A
de volgorde van nucleotiden
B
de volgorde van nucleosomen
C
de volgorde van N-basen
D
de volgorde van genen

Slide 17 - Quiz

Huiswerk
Lees basisstof 1 
Maak opdracht 1 t/m 5

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video