quiz Financien

quiz Financien
1 / 23
next
Slide 1: Slide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

quiz Financien

Slide 1 - Slide

Waarom wordt terugverdientijd niet alleen in geld uitgedrukt?
A
Omdat investeringen altijd risico’s hebben
B
Omdat winst niet meetbaar is
C
Omdat cashflow moeilijk te berekenen is
D
Omdat sommige projecten sociaal rendement opleveren

Slide 2 - Quiz

Wat is het voordeel van scenarioanalyse?
A
Het verlaagt automatisch de kosten
B
Het vervangt de liquiditeitsbegroting
C
Het bepaalt de afschrijvingstermijn
D
Je kunt risico’s beheersen

Slide 3 - Quiz

Wat is een variabele kostenpost?
A
Kosten die niet veranderen bij gebruik
B
Kosten die meebewegen met gebruiksintensiteit
C
Verzekeringen
D
Afschrijvingskosten

Slide 4 - Quiz

Wat is een vaste kostenpost?
A
Kosten voor tijdelijke inhuur
B
Onderhoudskosten die niet variëren met gebruik
C
Reclame-uitgaven
D
Energiekosten die afhankelijk zijn van gebruik

Slide 5 - Quiz

Wat bedoelen we met maatschappelijk rendement?
A
Subsidies van de overheid
B
Lagere personeelskosten
C
Opbrengsten voor de samenleving zoals welzijn of duurzaamheid
D
Alleen winst voor aandeelhouders

Slide 6 - Quiz

Wat is het doel van investeringsaftrekregelingen?
A
Investeringen in innovatie en duurzaamheid stimuleren
B
Bedrijven verplichten tot afschrijven
C
Bedrijven ontmoedigen om te investeren
D
De winst verlagen

Slide 7 - Quiz

Wat is een investeringsaftrekregeling?
A
Een fiscale regeling waarmee je een deel van de investering mag aftrekken van de winst
B
Een subsidieregeling
C
Een korting op de aankoopprijs van een investering
D
Een lening van de overheid

Slide 8 - Quiz

Waarom schrijf je activa af?
A
Omdat het wettelijk verplicht is
B
Om de waarde te verlagen en kosten eerlijk over de gebruiksjaren te verdelen
C
Om de winst te verhogen
D
Om de belastingdruk te verlagen

Slide 9 - Quiz

Wat betekent afschrijven?
A
Het geleidelijk verdelen van de investeringskosten over de gebruiksjaren
B
Het verminderen van de winst
C
Het schrappen van een investering
D
Het volledig afbetalen van een lening

Slide 10 - Quiz

Wat beschrijf je in een investeringsbegroting?
A
Alleen personeelskosten
B
De verwachte winst per jaar
C
Alles wat moet worden aangeschaft om het project te realiseren
D
Alleen de jaarlijkse energiekosten

Slide 11 - Quiz

Een exploitatiebegroting wordt ook wel genoemd:
A
Balans
B
Investeringsbegroting
C
Winst- en verliesrekening
D
Kasstroomoverzicht

Slide 12 - Quiz

Wat is een exploitatiekostenpost?
A
Notariskosten bij aankoop
B
Onderhoud, energie en personeelskosten tijdens gebruik
C
Aanschaf van nieuwe machines
D
Grondkosten bij de start van het project

Slide 13 - Quiz

Waarom is een financiële analyse belangrijk?
A
Om de financiële haalbaarheid te beoordelen
B
Alleen om subsidies te krijgen
C
Om de boekhouding compleet te maken
D
Omdat het verplicht is volgens de wet

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de term terugverdientijd?
A
De afschrijvingsperiode
B
De periode waarin de investering zichzelf terugbetaalt
C
De tijd tussen investering en oplevering
D
De tijd die nodig is om een lening af te sluiten

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van niet-financieel rendement?
A
Hogere winst
B
Meer productie per werknemer
C
Lagere energiekosten
D
Minder ziekteverzuim en aantrekkelijk werkgeverschap

Slide 16 - Quiz

Wat hoort bij de realisatiefase van een project?
A
Jaarlijkse schoonmaak
B
Onderhoudskosten
C
Aanschaf en aanleg van het ontwerp
D
Afschrijving

Slide 17 - Quiz

Wat hoort bij de gebruiksfase?
A
Ontwerpkosten
B
Investering in inventaris
C
Energiekosten, onderhoud en personele inzet
D
Grondverwerving

Slide 18 - Quiz

Wat is het doel van een liquiditeitsbegroting?
A
Inzicht geven in inkomsten en uitgaven
B
Het rendement berekenen
C
Laten zien of een bedrijf winst maakt
D
De balans opstellen

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er bij onvoldoende liquiditeit?
A
Meer kasgeld beschikbaar
B
Het bedrijf kan alle rekeningen betalen
C
De winst stijgt
D
Er ontstaan betalingsproblemen

Slide 20 - Quiz

Wat is volgens jou het belangrijkste verschil tussen een investeringsbegroting en een exploitatiebegroting?

Slide 21 - Open question

Waarom is het nuttig om een liquiditeitsbegroting te maken, ook als je winst verwacht te maken?

Slide 22 - Open question

Wat betekent het begrip Total Cost of Ownership (TCO)

Slide 23 - Open question