Kruistochten

De Middeleeuwen
Kruistochten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Middeleeuwen
Kruistochten

Slide 1 - Slide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen en herkennen wat de oorzaken en gevolgen van de Kruistochten zijn.

Slide 3 - Slide

Wat weet jij eigenlijk
van de kruistochten?

Slide 4 - Mind map


Contact tussen christenen en moslims



  • Het contact is meestal vreedzaam: handel
  • Dit verandert als de Seldjoeken, een Turks volk, Jeruzalem veroveren en de Heilige Grafkerk verwoesten 

Slide 5 - Slide


Problemen in het Byzantijnse Rijk



  • De keizer van het Byzantijnse Rijk voelt zich bedreigd.
  • Seldjoeken hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dichtbij zijn Rijk.
  • De keizer vraagt de paus om hulp.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide


Een Heilige Oorlog


  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk

Slide 8 - Slide


Waarom zou je meevechten?

  • de Heilige stad bevrijden.
  • Hun zonden konden vergeven worden door de kruistocht, dus als straf.
  • Een avontuur waar je rijk van kon worden en grond innemen.
  • Ridders kunnen eigen koninkrijken stichting

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


Jeruzalem heroverd
1099



  • Jeruzalem wordt door de kruisridders heroverd op de moslims.
  • In Jeruzalem slachtten de kruisvaarders de moslims af, bijzonder aangezien christenen, joden en moslims daar juist vreedzaam naast elkaar leven.

Slide 11 - Slide


Saladin vecht terug

  • De Arabieren, die Jeruzalem ook als een Heilige stad zien, vechten terug.
  • De bekendste strijd is die tussen Richard Leeuwenhart & Saladin.
  • Maar ook bij andere steden en langs de route vindt veel geweld plaats.
  • De eerste Kruistocht was nog enigszins succesvol, de latere (2e t/m de 9e) niet meer.

Slide 12 - Slide


Gevolgen

  • Ontstaan van Kruisvaardersstaten (zoals het Koninkrijk Jeruzalem)
  • Toename handel in Europa (Italië) en het Midden-Oosten.
  • Kennis over de Arabische cultuur en wetenschap (cijfers) in Europa neemt toe

Slide 13 - Slide

Video
Fragment: Kingdom of Heaven (2005)
Aanval op Jeruzalem (1187)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Waar komt de naam
kruistochten vandaan?

Slide 16 - Open question

Hoeveel kruistochten zijn
er gehouden?
A
7
B
8
C
6
D
9

Slide 17 - Quiz

Wie liepen er NIET mee
met de kruistochten
A
moslims
B
arme mensen
C
kinderen
D
soldaten

Slide 18 - Quiz

Wanneer waren
de kruistochten?
A
0-500
B
0-1500
C
500-1000
D
1000-1500

Slide 19 - Quiz

Waarom werden
Kruistochten georganiseerd?
A
Om het geloof te verspreiden.
B
Om Rome te bevrijden.
C
Om te vechten.
D
Om Jeruzalem te bevrijden.

Slide 20 - Quiz

Wat past NIET
bij kruistochten
A
Er vielen veel doden.
B
Het Heilige Land werd voor tijdelijk veroverd.
C
Het waren handelsreizen.
D
De reis duurde jaren.

Slide 21 - Quiz

Wat zijn: Kruistochten
A
Oorlog tegen de aanhangers van Islam.
B
Tocht langs een kruispunt.
C
Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden.
D
Een tocht naar een verboden gebied.

Slide 22 - Quiz

Begrippen uit deze les

  • Kruistocht
  • Kruisvaardersstaat
  • Heilige land
  • Seldjoeken
  • Heilige Oorlog

Slide 23 - Slide

Jaartallen uit deze les

  • 1000-1500 Late Middeleeuwen
  • 1096 Oproep tot de eerste kruistocht.

Slide 24 - Slide

Personen uit deze les

  • Urbanus II
  • Richard Leeuwenhart
  • Saladin

Slide 25 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Slide 26 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Open question