Quiz Check h4

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom bij de herhaling

H4

Hoe gaan we het doen: 

Paragraaf 4.1: 9 vragen 11 punten

Paragraaf 4.2: 5 vragen 6 punten

Paragraaf 4.3: 4 vragen 8 punten

Paragraaf 4.4: 5 vragen 9 punten

Hoe heet dit tijdvak

Welke jaartallen horen bij dit tijdvak?

1. 900-1400
2. 1000-1300
3. 850-1250
4. 1050-1400

Wat is een markt

1. Een plek waar spullen verkocht worden
2. Het verschil tussen vraag en aanbod
3. Een soort winkel met spullen
4. Een plein met kraampjes

Vraag - staat voor:

1. Wat en hoeveel mensen willen kopen
2. Wat mensen niet weten
3. Hoeveel van iets nodig is
4. Hoeveel een kooplied kan verdienen

Wat is de verhouding tussen vraag en aanbod?

1. Als het aanbod groot is, is de prijs duur
2. Als de vraag groot is, wordt het aanbod goedkoper
3. Als de vraag weinig is, word het aanbod goedkoper
4. Als het aanbod weinig is, wordt de vraag groter

Hoe noem je mensen die werken met gereedschap

1. Kooplieden
2. Werknemers
3. vakmensen
4. Ambachtslieden

Wat kregen de steden als ze zelf regels mochten maken

1. Een burgermeester
2. Een stadsbestuur
3. Stadsrechten
4. Een schout

Wat is een ander woord voor burgermeester

1. De schout
2. De koning
3. Minister
4. Stadsbaas

Wat is een ander woord voor provincies

Even rust

4.2 > 

Welk begrip staat in het boek wat beschrijft dat alle gebieden het zelfde gaan werken

1. Koningsmacht
2. Staatsvorming
3. Rechtstaat
4. Hertogdommen

Als alles vanuit een centraal punt word geregeld noemen we dit?

Wat konden mensen als ze inspraak hadden?

1. Een verandering aanbrengen
2. Hun mening geven
3. Een leider tegenwerken
4. Als leger functioneren

In welke periode speelt dit hoofdstuk

1. Middeleeuwen
2. Prehistorie
3. Tijd van steden en staten
4. Tijd van vorsten en ridders

Waarvoor diende een kruistocht?

1. Voor het veroveren van gebieden
2. Om meer macht te krijgen in veroverde gebieden
3. Om gebieden tot christendom te bekeren
4. Om gebieden gelovig te maken

Even rust

4.3> 

Wat is geen voorziening

1. school
2. Taxi
3. Politie
4. Postbode

Wat betekend urbanisatie

1. Het groeien van de randstad
2. Het samenwerken van steden
3. Het groeien van steden
4. Het kleiner worden van de invloed van de regering

Megastad

Hoofdstad

wereldstad

New York

Ankara

Parijs

Zakencentrum

Voorstad

Krottenwijk

Kantoren en winkels

Grote huizen

Huizen gemaakt van gevonden voorwerpen

Even rust

4.4> 

Welke steden horen bij de randstad?

Wat is het groene Hart

1. Natuurgebied in het midden van een stad
2. Het natuurgebied in het midden van de randstad
3. Het natuurgebied naast rotterdam
4. Het zonnenpanelen plein tussen amsterdam en den haag

Wat kenmerkt een Vinex-wijk?

1. Rijtjes huizen
2. Luxe flats
3. Vrijstaande woningen
4. mix van woningen waaronder, Goedkope huurwoningen

Binnenstad

19e eeuwse woning

Laagbouw

Vinex wijk

hoogbouw

Wat is een renovatie?

1. Het opnieuw maken van een opdracht
2. Het herindelen van een gebied
3. Het opknappen van een woning
4. Het mooiermaken van een plein

Als er word gekeken of er goed geleefd kan worden noemen we dit?

1. leefgebied
2. Leefbaarheid
3. Gezondheid
4. Welzijn

Hoe gaan we het doen: 

Paragraaf 4.1: 9 vragen 11 punten

Paragraaf 4.2: 5 vragen 6 punten

Paragraaf 4.3: 4 vragen 8 punten (2 vragen met 3 punten)

Paragraaf 4.4: 5 vragen 9 punten (1 vraag met 5 punten)

Totaal: 34 punten te halen 
70%= 24 punten moet je hebben!