H8 Zuren _ Les 4 - §8.4 pH berekenen

H8
§8.4 - pH berekenen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H8
§8.4 - pH berekenen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Voorkennis ophalen

  • Leerdoelen

  • Uitleg §8.4

  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Sterk zuur of zwak zuur?
H2SO4
A
sterk
B
zwak

Slide 3 - Quiz

Sterk zuur of zwak zuur?
CH3COOH
A
sterk
B
zwak

Slide 4 - Quiz

Is het zuur hiernaast een organisch of anorganisch zuur?
A
organisch zuur
B
anorganisch zuur

Slide 5 - Quiz

Is het zuur hiernaast een organisch of anorganisch zuur?
A
organisch zuur
B
anorganisch zuur

Slide 6 - Quiz

Welk van onderstaande zuren is
een tweewaardige zuur?
A
H3PO4
B
H2SO4
C
HNO2
D
HBr

Slide 7 - Quiz

Welke pH heeft een zuur?
A
pH van 0-6.9
B
pH van 7
C
pH van 7.1-14

Slide 8 - Quiz

Een oplossing met een pH van 4,4 wordt verdund. Hoe verandert de pH?
A
De pH blijft hetzelfde
B
De pH wordt kleiner
C
De pH wordt groter

Slide 9 - Quiz

Een oplossing met een pH van 12,4 wordt verdund. Hoe verandert de pH?
A
De pH blijft hetzelfde
B
De pH wordt kleiner
C
De pH wordt groter

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen
Na deze paragraaf weet ik...:
  • wat het verband is tussen de pH en

Na deze paragraaf kan ik...:
  • de concentratiebreuk noteren van zwakke zuren in water
  • concentratie zuur berekenen, aan de hand van de pH van sterke en zwakke zuren 
[H3O+]

Slide 11 - Slide

pH berekenen - Sterke zuren
  • pH is de concentratie [H3O+
  • = een logaritmische schaal. 

  • pH = - log [H3O+]
  • [H3O+] = 10-pH
Concentratie H3O+

Slide 12 - Slide

pH-berekenen - Sterke zuren
  • Sterk zuur:

  • Voorbeeld:
  •  Stel je hebt een 0,1M zoutzuur-oplossing. 
  • De pH = - log (0,1) = 1

  • Stel je hebt een zoutzuur-oplossing met pH 2.
  • De [H3O+] = 10-2 = 0,01 mol/L

pH=log[H3O+]
[H3O+]=10pH

Slide 13 - Slide

pH berekenen - Significantie
  • Bij pH-berekeningen gelden afwijkende regels voor significantie:

  • Het aantal significante cijfers van de concentratie is het aantal decimalen van de pH!

  • [H30+] = 2,5 x 10-4  
  • pH = - log 2,5 x 10-4 = 3,60

Slide 14 - Slide

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?
A
pH = 0,20
B
pH = 1,0
C
pH = 3,0

Slide 15 - Quiz

Een oplossing van 0,13 M zoutzuur wordt ingedampt van 400 mL tot 100 mL.
Wat is nu de pH?
A
0,28
B
0,22
C
3,54
D
1,49

Slide 16 - Quiz

een oplossing met een pH van 4,56 heeft een
[H3O+]
A
2,8104
B
3,6104
C
2,8105
D
3,6103

Slide 17 - Quiz

Bereken de pH van 0,13 M zoutzuur
A
7
B
13,11
C
0,89
D
0

Slide 18 - Quiz

Wat is de pH van 0,13 M azijnzuur
(een zwak zuur)
A
0,13
B
0,89
C
Minder dan 0,89
D
Meer dan 0,89

Slide 19 - Quiz

Aan de slag 

  • Doorlezen §8.1 t/m §8.4
  • Maken:
      * §8.4 opdr.: 27, 28, 29

      * §8.1 opdr.: 2, 4, 5
      * §8.2 opdr.: 10, 12, 13, 14
      * §8.3 opdr.: 21, 24, 25




  • Fluisterend overleggen met buur of werken met muziek

  • Vraag? Steek je hand op

  • Af? 
  • => Doorlezen rest §8.4

Slide 20 - Slide

pH-berekenen - Zwakke zuren
  • Het evenwicht van het zwakke zuur HF in water


  • Heeft een evenwichtsconstante, de zuurconstante
BINAS 49
HF(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+F(aq)
Kz=[HF][H3O+][F](=6,3×104)

Slide 21 - Slide

Rekenen met Kz 
Er zijn maar 3 soorten vragen mogelijk:
  1. Bereken de Kz uit gegeven molariteit en pH (of [H3O+])
  2. Bereken de pH uit gegeven Kz en molariteit
  3. Bereken de molariteit uit gegeven Kz en pH


Kz=[HZ][H3O+][Z]

Slide 22 - Slide

Rekenen met Kz 
HF(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+F(aq)
Kz=6,3×104
Begin
-
Omzetting
-x
-
+x
+x
Evenwicht
-

Slide 23 - Slide

Rekenvoorbeeld 1
  • Bereken de pH van 0,10 M HCN 
  • Maak hierbij gebruik van een BOE-schema

Slide 24 - Slide

Rekenvoorbeeld 1
  • Bereken de pH van 0,10 M HCN 
  • Maak hierbij gebruik van een BOE-schema

  1.  Stel reactievergelijkin op:
  2. Stel BOE-schema op:
  3. En vul het schema in:
  4. Evenwichtsv.
HCN(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+CN(aq)
B
0,10 M
-
0,00
0,00
O
-x
-
+x
+x
E
0,10-x
-
x
x

Slide 25 - Slide

Rekenvoorbeeld 1
  1.  Stel reactievergelijkin op:
  2. Stel BOE-schema op:
  3. En vul het schema in:
  4. Zoek Kz op (Binas 49)
  5. Evenwichtsv.



   6. Invullen BOE-schema 
HCN(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+CN(aq)
B
0,10 M
-
0,00
0,00
O
-x
-
+x
+x
E
0,10-x
-
x
x
Kz=[HCN][H3O+][CN]=>6,11010=0,10xx2=>x=7,8106

Slide 26 - Slide

Rekenvoorbeeld 1
  1.  Stel reactievergelijkin op:
  2. Stel BOE-schema op:
  3. En vul het schema in:
  4. Zoek Kz op (Binas 49)
  5. Evenwichtsv.



   6. Invullen BOE-schema 
HCN(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+CN(aq)
B
0,10 M
-
0,00
0,00
O
-7,8•10^-6
-
+7,8•10^-6
+7,8•10^-6
E
1,0•10^-2
-
7,8•10^-6
7,8•10^-6
Kz=[HCN][H3O+][CN]=>6,11010=0,10xx2=>x=7,8106

Slide 27 - Slide

Rekenvoorbeeld 1
  1.  Stel reactievergelijkin op:
  2. Stel BOE-schema op:
  3. En vul het schema in:
  4. Zoek Kz op (Binas 49)
  5. Evenwichtsv.



   7. pH berekenen
HCN(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+CN(aq)
B
0,10 M
-
0,00
0,00
O
-7,8•10^-6
-
+7,8•10^-6
+7,8•10^-6
E
1,0•10^-2
-
7,8•10^-6
7,8•10^-6
Kz=[HCN][H3O+][CN]=>6,11010=0,10xx2=>x=7,8106
pH=Log[H3O+]=>pH=Log[7,8106]=5,11

Slide 28 - Slide

Rekenvoorbeeld 2
Er wordt 0,024 mmol mierzuur (HCOOH) opgelost in 40 mL. Na verloop van tijd stelt zich een evenwicht in. De pH wordt met een pH-meter gemeten en blijkt 3,60 te zijn.


Bereken de Kz van mierzuur en controleer je antwoord met BiNaS T49.
Hint: je moet gebruik maken van een BOE-schema én T66A

Probeer hem eerst zelf te maken
(Uitwerken staan op de volgende dia's)

Slide 29 - Slide

Rekenvoorbeeld 2
0,024 mmol mierzuur opgelost in 40 mL:


pH van 3,6:


Hiermee het BOE-schema invullen
[HCOOH]=Vn=0,0402,4105=6,0104M
[H3O+]=[HCOO]=10pH=103,60=2,5104M

Slide 30 - Slide

Rekenvoorbeeld 2
->





Middels de eindconcentratie zuur weet je hoeveel er omgezet is.
Middels de molverhouding weet je hoeveel er van elke stof omgezet is
HCOOH(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+HCOO(aq)
Begin
6,0 • 10^-4 M
-
0 M
0 M
Omzetting
(-x)
-
(+x)
(+x)
Eind
-
2,5 • 10^-4 M

Slide 31 - Slide

Rekenvoorbeeld 2
->





Middels de eindconcentratie weet je hoeveel er omgezet is.
Middels de molverhouding weet je hoeveel er van elke stof omgezet is
HCOOH(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+HCOO(aq)
Begin
6,0 • 10^-4 M
-
0 M
0 M
Omzetting
-2,5 • 10^-4
-
+2,5 • 10^-4
+2,5 • 10^-4
Eind
-
2,5 • 10^-4 M

Slide 32 - Slide

Rekenvoorbeeld 2
->





Middels de eindconcentratie weet je hoeveel er omgezet is.
Middels de molverhouding weet je hoeveel er van elke stof omgezet is
HCOOH(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+HCOO(aq)
Begin
6,0 • 10^-4 M
-
0 M
0 M
Omzetting
-2,5 • 10^-4
-
+2,5 • 10^-4
+2,5 • 10^-4
Eind
3,5•10^-4 M
-
2,5 • 10^-4 M
2,5 • 10^-4 M

Slide 33 - Slide

Rekenvoorbeeld 2
->




HCOOH(aq)+H2O(l)H3O+(aq)+HCOO(aq)
Eind
3,5•10^-4 M
0
2,5 • 10^-4 M
2,5 • 10^-4 M
Kz=[HCOOH][H3O+][HCOO]=3,5104(2,5104)2=1,8104

Slide 34 - Slide

Aan de slag 

  • Doorlezen §8.1 t/m §8.3
  • Maken:
      * §8.4 opdr.: 27, 28, 29, 

      * §8.1 opdr.: 2, 4, 5
      * §8.2 opdr.: 10, 12, 13, 14
      * §8.3 opdr.: 21, 24, 25




  • Fluisterend overleggen met buur of werken met muziek

  • Vraag? Steek je hand op

  • Af? 
  • => Doorlezen §8.4

Slide 35 - Slide