H1.2 Landschappen in Nederland (deel 2A)

H1 'Lage landen aan de zee'



cursus 1.2 'Landschappen in Nederland'



1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 'Lage landen aan de zee'



cursus 1.2 'Landschappen in Nederland'



Slide 1 - Slide

Planning

  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Slide

Herhaling lesdoelen 1.1

Slide 3 - Slide

Wat is een landschap?

Slide 4 - Open question

Wat zijn hoogtecijfers en hoogtelijnen?
A
Hieraan kun je zie hoe hoog een bepaald gebied is.
B
Lijnen op een kaart die punten met dezelfde hoogte met elkaar verbinden.
C
Hieraan kun je zien hoe hoog een bepaald gebouw is.
D
Getallen op een kaart die aangeven hoeveel m een gebied boven NAP is.

Slide 5 - Quiz

Wat bedoelen we met NAP
A
Nederlands Algemeen Peil
B
Het gemiddelde zeeniveau waarmee de hoogte van het landschap wordt aangegeven.
C
Het gemiddelde zeeniveau waarmee de hoogte van een gebouw wordt aangegeven.
D
Normaal Amsterdams peil

Slide 6 - Quiz

Waarom heeft Nederland dammen en dijken nodig?

Slide 7 - Open question

Lesdoelen 1.2
•    Je kunt de 7 landschappen van Nederland benoemen.

•    Je kunt van elk landschap één kenmerk noemen.
 
•    Je weet welke 3 landschappen in Laag-Nederland liggen.

•    Je weet welke 4 landschappen in Hoog-Nederland liggen.

Slide 8 - Slide

Zelfstandig / Instructie volgen
1) Zelfstandig werken:
Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

2) Instructie volgen:
Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 9 - Slide

Zelfstandig / Instructie volgen
3) Uitleg kijken:
  • Log in op Itslearning / vak: GsAk (Vir/Gri) / Bronnen / Filmpjes / Filmpjes 2 kader.
  • Bekijk de filmpjes: Duinlandschap, Zeekleilandschap, Laagveenlandschap, Zandlandschap,  Hoogveenlandschap, Rivierkleilandschap, Löslandschap. (ong. 15 min.)
  • Schrijf van elk filmpje (landschap) 3 kenmerken op bij je aantekeningen.
  • Je maakt dezelfde opdrachten als degene die de instructie volgen.
  • Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden.

Slide 10 - Slide

Landschappen in Laag-Nederland
  1. Duinlandschap: strand en duinen van zand met veel hoogteverschillen.
  2. Zeekleilandschap:akkers, weilanden, geschikt voor de landbouw.
  3. Laagveenlandschap: te nat voor akkerbouw, langerekte dorpen langs sloten.

Slide 11 - Slide

Landschappen in Hoog-Nederland
  1. Zandlandschap: grasland, akkerland, natuurgebieden en hoogteverschil.
  2. Hoogveenlandschap: veel grasland, rechte kanalen en langerekte dorpen.
  3. Rivierkleilandschap: grasland, veel fruitbomen en hoge dijken tegen overstromingen.
  4. Lösslandschap: heuvels, en löss (fijn zand).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 1.2 blz. 14 t/m 19 opdr. 4, 5, 6, 10, 11, 13,
  • Begrippen en betekenissen


Klaar:


  • De 7 landschappen van Nederland
  • Waaraan herken je een landschap?Alle blauwe opdr.
  • Topografie blz. 36, 37

Slide 14 - Slide

Evaluatie Lesdoelen 1.2
•    Je kunt de 7 landschappen van Nederland benoemen.

•    Je kunt van elk landschap één kenmerk noemen.
 
•    Je weet welke 3 landschappen in Laag-Nederland liggen.

•    Je weet welke 4 landschappen in Hoog-Nederland liggen.

Slide 15 - Slide

De 7 landschappen
  • De 7 landschappen van Nederland



  • Waaraan herken je een landschap?

Slide 16 - Slide