H2 Trabitour ed.4.1 K2.2 Geschlechte & Ordinalzahlen

Lernziele
  • Du kennst die Artikel;
  • Du kannst Wörter zu einem Geschlecht zuordnen;
  • Du kennst die abweichende Ordinalzahlen. 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lernziele
  • Du kennst die Artikel;
  • Du kannst Wörter zu einem Geschlecht zuordnen;
  • Du kennst die abweichende Ordinalzahlen. 

Slide 1 - Slide

Sleep de persoonlijk voornaamwoorden naar de juiste plek
ik
jij
hij
zij
het
men
wij
jullie
zij
U
ich
du
er
sie
es
sie (mv)
ihr
wir
Sie
man

Slide 2 - Drag question

Geschlechte

Slide 3 - Slide

Sleep de juiste uitleg naar het juiste geslacht
Mannelijk (der)
Vrouwelijk (die)
Onzijdig (das)
Persoon of dier (m)
Weekdagen
Maanden
Persoon of dier (v)
Eindigt op -heit, -keit
Eindigt op -ion, -ung
Eindigt op -chen, -lein
Eindigt op -schaft
Eindigt op -e (80%)
'het' woord in NL (80%)

Slide 4 - Drag question

Ordinalzahlen
  • erste
  • zweite
  • dritte
  • vierte
  • enz (er zijn uitzonderingen!)
1-19
20->
  • einundzwanzigste
  • getal + und + getal + ste

Slide 5 - Slide

Welke rangtelwoorden zijn afwijkend?
A
7
B
7, 8, 9
C
1,3,7,8
D
3,8,5

Slide 6 - Quiz

Klassenregeln
Aufgabe 13 & 15
  • Lies Grammatik C
  • Beantworte die Fragen;
  • Fertig? mache die Aufgaben in den Hyperlinks ->

Slide 7 - Slide

Vul het juiste lidwoord in

..... Mann
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in

.... Kuh
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in (der, die, das):

Wo hast du ......... Mädchen gesehen?

Slide 10 - Open question

Vul het juiste lidwoord in

.... Nase (neus)
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste lidwoorden in

Wir sehen uns ...... Spiel gegen ..... deutsche Mannschaft an.
A
die, der
B
das, der
C
der, das
D
das, die

Slide 12 - Quiz