10 novembre

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning et buts
Les buts
Aan het eind van deze les.....
1. Kan je je vertellen  wat je favoriete gerecht is
2.
Le planning
  1.  Quel est ton plat favori et pourquoi?
  2. Herhaling les comparaisons
  3. Nakijken van de opdrachten  (havo 4) en maken van oefeningen (havo 5)
  4. Programma periode 2 & Hoe nu verder samen....!
  5. Toets bespreken, voor iedere klas 20 minuten
  6. Huiswerk opgeven


Slide 2 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook weg.
We overleggen zachtjes als we een vraag hebben.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal.

Slide 3 - Slide

Quel est ton plat favori et pourquoi?

Slide 4 - Open question

Les devoirs
Maken:
4HAVO
Beantwoord de volgende vraag: Quel est ton plat favori et pourquoi?

Exercices  37,38 en 39 (p.35-37) 6, 7 et 8 (p.52)

5HAVO

Beantwoord de volgende vraag: Quel est ton plat favori et pourquoi?

Leren:
 4HAVO:
Écouter A & Lire A (p.82)

Slide 5 - Slide

Vergelijkingen
Hiervoor moet je het bijvoeglijk naamwoord herhalen. Bij regelmatige bijvoeglijk naamwoorden vervoegde je ze op deze manier:

Slide 6 - Slide

Onregelmatige vormen....

Slide 7 - Slide

Comparaison
even groot dan               = aussi grand que
groter dan                         = plus grand que
minder groot dan           = moins grand que 

Slide 8 - Slide

Les comparaisons
La Tour Eiffel est plus haute que l'Arc de Triomphe.

Martinique est aussi belle que la France.

Le français est moins difficile que l'anglais.

plus / aussi / moins         +          bijv. nw.         +           que

Slide 9 - Slide

le superlatif = de overtreffende trap
je gebruikt le/la/les plus + bijvoeglijk naamwoord
= het grootst > le plus grand

=de rustigste leerling > l'élève le plus calme


Slide 10 - Slide

Le superlatif= De overtreffende trap
De plaats van de overtreffende trap is afhankelijk van de plaats van het betreffende bijvoeglijk naamwoord, Als het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat, dan wordt het lidwoord herhaald. 


bijvoeglijk nmw ervoor
C'est le plus jeune membre de la famille
Hij is het jongste familielid
bijvoeglijk nmw erachter
Elles sont les filles les plus bavardes de la classe
Zij zijn de meest spraakzame meisjes van de klas. 

Slide 11 - Slide

Trappen van vergelijking - Les degrés de comparaison

  • Goed, beter, best (bijv. nmw.)
 






Het bijv. nmw. 'bon' heeft een onregelmatige vergrotende en overtreffende trap.
> Un bon exemple.
> Un meilleur exemple.
> Le meilleur exemple. 

Let op: deze trappen kunnen ook vrouwelijk of meervoud zijn!

Slide 12 - Slide

Wat nu....?
Havo 4: pak je boek erbij op bladzijde 35, we gaan de opdrachten nakijken
Havo 5: ga naar deze link en oefen met les comparaisons:

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

aussi
plus
moins
plus
moins
plus

Slide 15 - Drag question

............................................... Vul je antwoorden ..........................................van 37b hieronder in

Slide 16 - Open question

............................................... Vul je antwoorden ..........................................van 37c hieronder in

Slide 17 - Open question

kijk goed na, bij vragen... weet me te vinden!

Slide 18 - Slide

Havo 4:

Havo 5:

Slide 19 - Slide

Havo 4:
1. In de les uitleg goed volgen
2. Opdrachten in de les maken, zodat je thuis kan focussen op het leren van de woordjes.
3. Vragen stellen & Feedback vragen!
4. Opdrachten die niet worden nagekeken/besproken in de les via Itslearning antwoordmodel nakijken (staat in de planner van die week voor je klaar)
Havo 5:
1. In de les uitleg mee volgen
2. Werken aan de opdrachten die geef.
3. Vragen stellen, feedback vragen en ook vragen om ruimte voor opdrachten die bij Marcha af moeten zijn

Wat gaan we doen?

Slide 20 - Slide

Havo 4:
1. Begin maken Periode 2: portfolio opdracht 1 of de vraag van volgende week voorbereiden: comment fêtez-vous Noël?
2. Samen met mij (Moniek) toets bespreken
Havo 5:
1. Samen met mij (Moniek) toets bespreken
2. de vraag van volgende week voorbereiden: comment fêtez-vous Noël?

En nu.....?
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Qu’as-tu pensé de la leçon ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Les devoirs
Maken:
4HAVO
Beantwoord de volgende vraag: comment fêtez-vous Noël?

5HAVO
Beantwoord de volgende vraag: comment fêtez-vous Noël?
Leren:
 4HAVO:
Écouter A & Lire A (p.82)
 5HAVO:
Luister tenminste 3 Franse liedjes deze week. Tip: typ in je zoekbalk : youtube.fr en kijk dan bij trending muziek. Of kijk bij Spotify de top 50 France.
Bekijk de lyrics en schrijf tenminste 10 nieuwe woordjes per liedje op. Probeer deze te leren.

Slide 23 - Slide