2c_Franse kerstsfeer en basiswoorden leesvaardigheid

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

oefenen met basiswoorden leesvaardigheid
* bespreken vraag uit leestekst
* quiz basiswoorden leesvaardigheid
* Franse kerstliedjes & woordenschat

Toetsweek januari: REP leesvaardigheid

Voorbereiding: leren veelvoorkomende woorden & oefenen teksten


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

QUIZ basiswoorden leesvaardigheid

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Mon frère déteste Noël.
A
houdt van
B
is dol op
C
heeft een hekel aan
D
heeft liever

Slide 7 - Quiz

Il est entré avec beaucoup de cadeaux, comme Père Noël.
A
wanneer
B
zoals
C
vervolgens
D
want

Slide 8 - Quiz

Aujourd'hui, chanter est difficile pour moi.
A
Vandaag
B
Altijd
C
Vaak
D
Al

Slide 9 - Quiz

Il faut manger deux fruits par jour.
A
Je moet
B
Je ontmoet
C
Je eet
D
Hij moet

Slide 10 - Quiz

1

Slide 11 - Video

00:41
Il est né le divin enfant
A
wereld
B
God
C
week
D
kind

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

1

Slide 14 - Video

00:21
Welk accent herken je in het Frans dat deze zanger spreekt?
A
Afrikaans accent
B
Waals accent
C
Canadees accent
D
Caraïbisch accent

Slide 15 - Quiz

Opdracht: zoek een plaatje van iets wat voor jou bij kerst hoort. Mét Frans bijschrift. Hier: sapin de Noël

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Voilà, ça c'est Noël pour moi.
Zoek een plaatje mét Frans bijschrift.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Noël

Slide 20 - Mind map

Noël est la plus grande fête de l'année !
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Slide 22 - Slide