3.1 Organismen in hun omgeving

Factoren
  • Biotische factoren: Invloeden uit de levende natuur.

  • Abiotische factoren: Invloeden uit de levenloze natuur.

  • Alle biotische en abiotische factoren in een gebied samen, vormen een ecosysteem.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Factoren
  • Biotische factoren: Invloeden uit de levende natuur.

  • Abiotische factoren: Invloeden uit de levenloze natuur.

  • Alle biotische en abiotische factoren in een gebied samen, vormen een ecosysteem.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Aanpassingen
  • Ieder organisme past bij het ecosysteem waarin hij leeft.

  • Planten en dieren zijn daarom ook aangepast aan het ecosysteem waar ze leven.

  • Een aanpassing is een eigenschap van een organisme, waardoor hij goed kan overleven in zijn ecosysteem.

Slide 3 - Slide

Voorjaarsbloeiers

Slide 4 - Slide

Klimplanten

Slide 5 - Slide

Wortelrozetten

Slide 6 - Slide

Woestijnplanten

Slide 7 - Slide

Isolatie bij warmbloedige dieren

  • Vogels kunnen hun veren opzetten. Tussen de veren zit een laag stilstaande lucht, dit houdt de warmte vast.

  • Zoogdieren krijgen in de winter een wintervacht.

Slide 8 - Slide

Overleven in een koude omgeving

  • Kijk naar de afbeelding hiernaast. Wat is de belangrijkste aanpassing voor de walrus?

Slide 9 - Slide

Poolhaas en Californische haas

Slide 10 - Slide

Hoe zijn dieren aangepast aan hun leefwijze?
  • Planteneters hebben plooikiezen

  • Met de richels in de kiezen kunnen ze plantenmateriaal goed fijnmalen.

Slide 11 - Slide

Hoe zijn dieren aangepast aan hun leefwijze?
  • Vleeseters hebben knipkiezen.

  • Vleeseters hebben ook grote hoektanden om hun prooi te doden.

Slide 12 - Slide

Verschillende soorten snavels

Slide 13 - Slide

Verschillende soorten poten

Slide 14 - Slide

Verschillende soorten poten

Slide 15 - Slide

Zelf aan de slag (3.1)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdrachten in het werkboek (3.1)
  • Zelf samenvatten (schrift) 
  • Samenvatting werkboek 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 16 - Slide