4.2: De Romeinse samenleving (2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.2: De Romeinse samenleving

Deze les:

• Herhaling vorige les
• vervolg paragraaf 4.2
• aan de slag met de begrippen bij paragraaf 4.2
• afmaken opdrachten van de methode 

Aan het einde van deze les:

... heb je geleerd welke plaats slaven hadden in de samenleving.

... heb je geleerd hoe de machthebbers de bevolking tevreden probeerden te houden.

... heb je laten zien dat je nog weet welke sociale verhoudingen er bij de Romeinen waren.

... heb je de begrippen gekoppeld aan een afbeelding en dit uitgelegd volgens de opdracht.

Middelen van bestaan

Leg uit dat deze afbeelding een oorzaak was voor de bloeiende economie in het Romeinse rijk.

Door welke andere oorzaken bloeide de economie?

1

2

3

4

5

Slaven

gewone Romeinen

aanzienlijke families

proletariaat

Rijke handelaren

Brood en spelen:

• Graan en vermaak voor de bevolking in Rome
• Afkomstig van de autoriteiten (personen met macht)
• Doel: Volk rustig houden en zelf populair worden. 
• populairst: gladiatoren die elkaar voor publiek tot de dood bevechtten.

Veel slaven:

• 1 op de 10 inwoners van het Romeinse rijk was slaaf
• in Rome was dit 1 op de 3
• krijgsgevangenen: verkocht als slaven. Moeten vaak zwaar werk doen: werken in de landbouw, mijnen en steengroeven. 
• Niet alle slaven doen zwaar werk: hoogopgeleide Griekse slaven werkten bijv. als leraar of boekhouder.
• Deel van de slaven kon genoeg verdienen om zich vrij te kopen

aan de slag:

• Lees de theorie en maak de opdrachten van paragraaf 4.2 af
• werk aan je opdracht met de begrippen.