Week 6 haren en scheren

week 6
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

week 6

Slide 1 - Slide

Vandaag
Haar verzorging
Scheren

Slide 2 - Slide

Scheren
Er is verschil tussen nat scheren en droog scheren. Nat scheren gaat met een scheerkwast, scheerzeep of scheergel, een scheermes en water. Droog scheren gaat met een scheerapparaat. Cliënten hebben hun eigen voorkeur voor nat of droog scheren.
Het voordeel van nat scheren is dat het mesje de baardharen schuin en scherp afsnijdt, met een extra glad resultaat. Nadeel van nat scheren is dat iemand zich makkelijk in de huid snijdt. Dan kan er een klein wondje ontstaan.
Droog scheren heeft als voordeel dat je niet aan je badkamer gebonden bent.

Slide 3 - Slide

Er zijn ook scheerapparaten die onder de douche gebruikt kunnen worden. Vooral bij de oudere, rijpere huid is dit vaak een fijn alternatief voor scheren met een scheermesje.



Slide 4 - Slide

Aandachtspunten
Scheerbenodigdheden zijn cliëntgebonden.
Je kunt bij nat scheren zowel scheerzeep als kant-en-klare scheerschuim uit een spuitbus gebruiken. In deze werkinstructie gaan we uit van scheerzeep.
Trek tijdens het scheren de huid goed strak. Ook als de huid oneffenheden heeft, kun je zo zonder verwondingen scheren.
Scheer altijd weg van de hand waarmee je de huid strak trekt.
Scheer met de groeirichting van de haren mee om irritatie te voorkomen. Voel met je vingers hoe de groeirichting van de haren gaat.
Afhankelijk van het soort scheerapparaat maak je tijdens het scheren ronddraaiende of op- en neergaande bewegingen over kin, keel en hals.

Slide 5 - Slide

Nat scheren:​

Met een scheerkwast, scheerzeep of scheergel, scheermes en water.​
Voordeel:​
Het mesje kan de baardharen schuin en scherp afsnijden, goede voor stugge haren​
 Nadeel: ​
 Zorgvrager kan makkelijk de huid beschadigen. Er kan kleine wondjes ontstaan.




Droog scheren:​
Met een scheerapparaat​
Voordeel:​
Niet aan badkamer gebonden ​
Nadeel: ​
Zorgt voor minder glad resultaat​
 Er zijn ook scheerapparaten die onder de douche gebruikt kunnen worden. Vooral bij de oudere, rijpere huid is dit vaak een fijn alternatief voor scheren met een scheermesje.

Slide 6 - Slide

Scheren intieme delen
Niet in de les behandeld. 
De schaamstreek word soms wel bijgehouden door de zorg. Denk vooral aan kort houden i.v.m. ontlasting welke kan gaan plakken. Haargroei in schaamstreek ik bij ouderen wel anders als bij volwassenen

Slide 7 - Slide

Haarverzorging
Voor de meeste mensen is het belangrijk hoe zij eruitzien,​

 Als helpende besteed je hier zorg en aandacht aan. ​

 Als zorgverlener overleg je met de zorgvrager wat de wensen zijn.​
 Je gebruikt de producten die de zorgvrager gewend is zoals;​
- Shampoo/ Conditioner​
- Borstel/ Kammen ( hoofdhuid masseren)​
Föhnen​
Haar in model brengen ( staart, vlechten, spelden)  







Slide 8 - Slide

Hoofdluis
Hoofdluizen zijn:​
Kleine beestjes die leven op warme en behaarde plekjes op het hoofd. ​
Ze zuigen van bloed. ​
Ze kunnen zich vooral snel verspreiden. ​
Belangrijk vaak te controleren. ​
Grijp gelijk in als je hoofdluis ontdekt. ​
Twee weken lang elke dag kammen met een neten kam.​
Het wassen van spullen zoals beddengoed, kleding of knuffels is niet nodig. Luizen verspreiden zich via haar-haar-contact. 

Slide 9 - Slide

Haar verzorging
Hoe verzorg jij je haar?

Slide 10 - Slide

Soorten haar
Jouw haartype heb je te danken aan je genen: heeft een van je ouders een bos krullen, dan is de kans groot dat jij dit ook hebt. Maar hoe komt het dat het ene haar golft, het andere krult, een ander afrohaar heeft en weer iemand anders supersteile lokken? En welke verzorging past daar het best bij?

Slide 11 - Slide

Kapper
Een kapper of kapster (soms ook wel met een Frans woord coiffeur, vrouwelijk coiffeuse) is iemand die voor zijn of haar beroep haar knipt of stileert. Vroeger werden kappers barbier genoemd. Tegenwoordig wordt die naam veelal gebruikt voor herenkappers.

Slide 12 - Slide

Haar voorbeelden
Stijl haar: Ieder haartype heeft zijn eigen producten nodig.
Steil haar reflecteert veel licht waardoor het ’t meest glanzend lijkt. Van alle haartypes is steil haar bovendien het veerkrachtigst. De dwarsdoorsnede van de haar is rond.

Afro haar: Als het om ‘bochtig’ haar gaat wint dit haartype; de dwarsdoorsnede van een afrohaar lijkt wel wat op een Jelly Bean. Dit haar krult sterk of kan zelfs zigzaggen. Qua textuur of volume heb je met dit haartype weinig te klagen, hoewel het wel kwetsbaar is en sneller breekt. Afrohaar heeft veel hydratatie nodig om het soepel en diep gevoed te houden, gebruik bijvoorbeeld Revive. Speciale kammen en borstels beperken haarbreuk, bovendien kom je hiermee makkelijker door je haar heen als het nog nat is.

Slide 13 - Slide

haren en helpende
Het haar van een cliënt was je wanneer deze onder de douche staat. Let er op dat er geen shampoo in het gezicht van de cliënt kan komen.
Soms was je het haar van de cliënt terwijl deze op bed ligt.
Ook word een cliënt weleens naar de kapper gebracht om de haren te wassen
‘Als je haar maar goed zit!’. Dit geldt ook voor cliënten. Iedereen voelt zich prettiger met een verzorgd kapsel. Sommige cliënten help je dagelijks bij het verzorgen van het haar.

Slide 14 - Slide

Oefenen
Ga nu aan de hand van ballonen oefenen hoe je moet scheren. Blaas eerst de ballon op, teken een smiley, breng scheerschuim aan en start met het scheren.

Slide 15 - Slide

Praktijk
Haar verzorging
Scheren (ballon)

Slide 16 - Slide