FLEX - A2 - 2021 - Module 9 - Rijk en Arm

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Landbouwstedelijke samenleving

• Mensen leven van de landbouw / werken als boer
• Bijna iedereen woont in dorpen op platteland, weinig steden
• Veel zelfvoorzienendheid

Overgang naar industrie

• Bevolkingsgroei = meer spullen nodig = meer geld nodig
• Boeren gaan bijverdienen door huisnijverheid
• Handelaren willen meer verdienen en gaan huisnijverheid versnellen door nieuwe machines en krachtbronnen. 

Industriële Revolutie

Tot in de 19e eeuw: landbouwstedelijke samenleving

• Meeste mensen boer
• Meeste mensen leven op het platteland
• Geen machines, maar handwerk

Vanaf 19e eeuw: industriële samenleving

• Meeste mensen werken in een fabriek
• Mensen wonen in de stad
• Machines doen het werk

Landbouwstedelijk of industriele samenleving?

1. landbouwstedelijk
2. industrieel

Landbouwstedelijk of industriële samenleving?

1. landbouwstedelijk
2. industrieel

Landbouwstedelijk of industriële samenleving?

1. landbouwstedelijk
2. industrieel

Landbouwstedelijk of industriële samenleving?

1. landbouwstedelijk
2. industrieel

Landbouwstedelijk of industriële samenleving?

1. landbouwstedelijk
2. industrieel

Landbouwstedelijk of industriële samenleving?

1. landbouwstedelijk
2. industrieel

Samenleving in drie stukken

(Ongeschoolde) arbeiders

verschil in arbeiders

Burgerij (de rijken)

Maar hoe kwamen
die rijken zo rijk?

Winst

inkomsten - kosten = winst = rijkdom

Waarop kan men
bezuinigen?