2.7 Leven in de Sovjet-Unie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

                        2.7 Leven in de
                                Sovjet-Unie 

Leerdoelen

1. Je kent de betekenis van het begrip totalitaire samenleving.

2. Je weet wie Jozef Stalin was.

3. Je weet hoe het is om te  leven in de SU. 

Wat gaan we doen?

1. Lezen (10 min)
2. Wanneer werd Rusland communistisch?
   Filmpje van 10 minuten
3. Definiëren; wat is het doel van het communisme?
4. Beeldmateriaal
5. Sovjet Unie onder Stalin
6. Zelfstandig werken

Communistisch Rusland vanaf 1917

• Vanaf 1917 waren de Russen oorlogsmoe.
• De Russen vonden dat de tsaar en zijn adellijke vriendjes verantwoordelijk waren voor ontstaan van deze oorlog.
• De Russen wilden nieuwe leiders, ze wilden brood en ze wilden een eerlijke vreedzame samenleving. 
• Vladimir Lenin, een communist, verkondigde deze boodschap. 

Lenin grijpt de macht (oktober 1917)

• De tsarenfamilie wordt doodgeschoten.
• Lenin is een marxist en wilde een eerlijke vreedzame samenleving;
• Om dit te bereiken heb je een kleine elite nodig die de regels bepaald, daarna...
• ontstaat er een samenleving waarin de overheid voor alles zorgt (totalitaire samenleving) en waar iedereen gelukkig is.
• Het individu is onbelangrijk! Het gaat om ons allen (het collectief!).

Filmpje; Russische revolutie

https://schooltv.nl/video/andere-tijden-in-de-klas-de-russische-revolutie/

Stalin 1928 - 1953

• Na de dood van Lenin (1924) kwam Stalin aan de macht.
• Stalin maakte gebruik van terreur.
• Zij die tegen het communisme waren werden verwijderd d.m.v.; 

1. hen dood te schieten óf ...
2. door hen op te sluiten in een strafkamp (goelag).

Theorie

Russische agenten (later de KGB)

Voor zijn terreur maakte Stalin gebruik van

de geheime politie/volkscommissarissen;

• Zij handhaafden het
  totalitaire regime.
• Miljoenen mensen worden door
  geheime agenten opgepakt. 

Het leven voor de gewone Rus

• Je leefde in angst; iedereen kon een geheime agent zijn.
• Je kon niet vrij praten.
• Iedere Rus werkte voor de staat (de overheid) en kon geen winst voor jezelf maken.
• Iedere (communistische-)Rus had dus werk, een huisje en had (meestal) iets te eten.

Zelfstandig werken

• Afmaken posters + maken begrippenlijst.
  

Doel; Karl Marx

Welke Tsaar werd afgezet en later ook door de communisten omgebracht? 

1. Tsaar Nicolaas II
2. Tsaar Vladimir III
3. Prinses Sisi
4. Tsaar Ferdinand I

Wie hoort niet in het rijtje thuis?

1. Lenin
2. Stalin
3. Tolstoj
4. Gorbatsjov

Wie hoort niet in het rijtje thuis?

1. Kapitalisme
2. Planeconomie
3. Collectivisatie
4. Communisme

Theorie

Zoals gisteren besproken moest tijdens de Russische Revolutie van 1917 Tsaar Nicolaas II aftreden. Hij had gezorgd voor veel ongelijkheid in het land en veel armoede. Ook ging de Eerste Oorlog maar door waardoor ontzettend veel boeren sneuvelden. 

Theorie

Opschrijven:

Terreur is het gebruiken (of dreigen) van geweld toestaan tegen willekeurige personen door of namens de overheid. 

Theorie

Mensen uit de SU hielden wijs hun mond. Toch vonden ze het maar vreemd dat er zo veel mensen verdwenen. Omdat Stalin wou dat er geen rellen uitbraken liet hij showprocessen organiseren. Openbare rechtszaken waarin mensen zichzelf moesten beschuldigen van allerlei misdaden. 

Opschrijven:

Showproces: Rechtszaak waarvan de uitkomst vooraf al vaststaat. 

Theorie

Onder Stalin werd in de SU gedaan aan collectivisatie en planeconomie. Lees dit zelf aandachtig door op pagina 71!

Opschrijven:

Collectivisatie: Samenvoegen van kleine zelfstandige bedrijven tot ,een groot, gemeenschappelijk bedrijf. 

Planeconomie: Systeem waarin de overheid besluit wat en hoeveel er geproduceerd wordt. 

Stalin

https://schooltv.nl/video/high-speed-history-wie-was-stalin/#q=stalin

Lenin 

https://schooltv.nl/video/high-speed-history-wie-was-lenin/#q=lenin

Aan de slag

1. Maken biografie Stalin en Lenin (zie handboek en schrijf onder aantekeningen) in 10-20 woorden. 

2. Maken opdrachten van paragraaf 3.1: 

                    1, 2, 3c, 4, 6, 8, 11 en 13a. 

Leerdoelen nabespreken

1. Je weet de betekenis van de begrippen totalitaire samenleving en planeconomie.  

2. Je weet wie Lenin en Stalin waren. 

3. Je weet hoe het leven in de SU was voor de normale burger.