Bereite deine Präsentation vor. Ergänze nur Stichwörter und übe deine Präsentation, bis du sie auswendig kannst.
Vertel:
• hoe je heet en hoe oud je bent
• over welk thema je iets wilt vertellen
• aan welke sporten je doet of zou willen doen (noem er drie)
• welke sport je het liefst doet
• waarom je je lievelingssport graag doet
• welke sport je goed kunt en welke je beter kunt
• naar welke sport je graag kijkt
Sluit af met een slotzin en een groet.