Mijn proefles

Manga & Anime 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Manga & Anime 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Manga of anime?
Manga's worden vaak verward met anime. Het verschil is dat een manga een strip is en een anime een tekenfilm. In Japan worden ze echter allebei een 'manga' genoemd. Om het onderscheid te maken, worden anime weleens 'manga-anime' genoemd.

Slide 3 - Slide

Manga
Manga is het japanse equivalent van het stripverhaal.


Slide 4 - Slide

Anime
Anime is een geanimeerde manga. Het is een tekenfilm

Slide 5 - Slide

Kenmerken van een manga en anime
  • Grote ogen
  • uitbundige haardossen
  • expressief


Slide 6 - Slide

Innovatie Manga en Anime
Astro boy was een manga serie van Osamu Tezuka die het eerste Japanse televisie serie was die de manga esthetiek (bv;grote ogen)belichaamde die wereldwijd bekend werd als anime

 Het eerste uitzending van deze serie was in 1963

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat was de functie van het stripboek/anime Astro Boy?

Tetsuwan Atom of Astro Boy in het engels, werd 6 jaren na het einde van de tweede wereled oorlog gecreed. 

Als je naar de video kijkt, welke gevoelens brengt deze anime bij jouw naar boven en waarom?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoe is de 2009 versie anders dan die vn 1963? Waar breekt het met traditie en is innovatief

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welke innovaties in onze samenleving heeft volgens jouw invloed gehad op de ontwikkeling van manga?

Slide 13 - Slide

Aimee de Jongh
Aimee zegt dat zij elementen van uit manga stijl in haar strip verhalen gebruikt. Haar strip verhalen zijn als het ware een mix tussen het europese stijl en manga. 

Beschouw je haar stijl dan als inovatief of als een verzet tegen de tradities van manga ?

 

Slide 14 - Slide

Jouw Manga karikatuur/zelfportret
HOE BEGIN IK HIERAAN?
Pak een foto van jezelf. Om je manga-zelfportret straks op jou te laten lijken moet je eens goed naar jezelf kijken. Welke dingen zijn bijzonder aan jou? Waar aan herken je jezelf? Een sproetje, een kleine neus, bril, kapsel... Schrijf dit even op. 
Gebruik de volgende kenmerken:
  • grote ogen, 
  • lang of veel haar,
  • schreeuwende tekstballontjes, 
  • extreme expressies 
  • veel kleurcontrast

ssen. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide