5.2 Wat doet de winkelier? 1/2

Gedragsverwachtingen

Verantwoord:                       Tijdens mijn uitleg: STILTE
                                                    Actief luisteren
Vriendelijk:                            Elkaar laten uitpraten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 44 min

Items in this lesson

Gedragsverwachtingen

Verantwoord:                       Tijdens mijn uitleg: STILTE
                                                    Actief luisteren
Vriendelijk:                            Elkaar laten uitpraten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen                                 

Je weet aan het eind van de les ....

- wat de inkoopprijs is
- hoe je de verkoopprijs berekent
- hoe je rekening houdt met andere aanbieders





My Skills:
#12 Initiatief tonen en pro-actief zijn
#13 Nieuwsgierig zijn en willen leren


Slide 2 - Slide

groothandel?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Detailhandel
  • Detailhandel: winkels en bedrijven die goederen en diensten verkopen aan de consument.

  • Voorbeelden van beroepen: verkoopmedewerker, inkoper, etaleur, administratief medewerker.

Slide 5 - Slide

Groothandel & Detailhandel

Slide 6 - Slide

Verkoopprijs
  • Inkoopprijs
  • brutowinstopslag
    __________________ +
  • Verkoopprijs


Slide 7 - Slide

  • inkoopprijs
  • brutowinst  +
  • verkoopprijs

  • € 0,80
  • € 0,40  +
  • € 1,20

  • Brutowinst is meestal een % van de inkoopprijs
  • In ons voorbeeld is de brutowinstmarge 50%. 

Slide 8 - Slide

Brutowinstopslag
                       Het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs is de brutowinstopslag






Brutowinstopslag = verkoopprijs - inkoopprijs
Inkoopprijs + brutowinstopslag = verkoopprijs
inkoopprijs
€10
brutowinstopslag
50%  = €5,-
verkoopprijs 
€15

Slide 9 - Slide

Concurrenten
Wat zijn concurrenten ?

 

Wie is de concurrent van iPhone ?

Wie is de concurrent van Nike ?

Slide 10 - Slide

Concurrenten

Bijna alle bedrijven hebben concurrenten.

Concurrenten zijn bedrijven die dezelfde producten verkopen.

Slide 11 - Slide

Aan de slag! 5.2
Maak opdracht 2, 3, 5, 7, 8, 12, 13 (blz. 150-153)
Tijd: 15 minuten
Hoe: zelfstandig, in stilte

Klaar? maak opgave 9 & 11
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Leerdoelen: reflectie




Je weet aan het eind van de les ....

- wat de inkoopprijs is
- hoe je de verkoopprijs berekent
- hoe je rekening houdt met andere aanbieders

Slide 13 - Slide

Groothandel
Detailhandel

Slide 14 - Drag question

De inkoopprijs is?
A
Wat een consument betaalt
B
Wat een bedrijf betaalt

Slide 15 - Quiz

De inkoopprijs is €110,-.
De brutowinstopslag is €35
Wat is de verkoopprijs?

Slide 16 - Open question