Week 39, les 1 Feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

5 B's

1. Je komt netjes Binnen
2. Je doet je Beller in de telefoontas
3. Je legt je Boeken/device op je tafel
4. Je gaat op je Billen zitten
5. Je kijkt naar het Bord 

10 minuten lezen!

Wat gaan we vandaag doen?

• Even herhalen: Samenhang in teksten
  
• Startopdracht H4 maken
• Uitleg: Feiten, meningen en argumenten
  

Welke signaalwoorden geven een opsomming aan?

Opsomming

• Eerst
• Vervolgens
• Daarna
• Ten slotte

Met welke signaalwoorden kan je een tegenstelling herkennen?

Tegenstelling

• Maar
• Echter

Zelf aan de slag!

• Startopdracht H4 maken
• Boek: blz. 96
• Digitaal: Hoofdstuk 4 > Feiten, Meningen en Argumenten > Startopdracht

Feiten

Een feit kun je controleren

Hoeft niet waar te zijn. Als het maar te controleren is.

Meningen

Een mening is wat iemand vindt

Argumenten

Een mening kan je onderbouwen met een feit

Signaalwoorden: want, omdat, daarom, namelijk

Deze vraag is een meerkeuzevraag.

1. mening
2. feit
3. argument

Ik vind deze vraag heel makkelijk.

1. mening
2. feit
3. argument

Ik vind deze vraag heel makkelijk, want het is een meerkeuzevraag.

1. mening
2. feit
3. argument

Huiswerk!

Maak opdracht 1, 2, 3 en 5 van H4.

Boek: blz. 96

Digitaal: Hoofdstuk 4 > Feiten, Meningen en Argumenten