2VG 5.2 Gedicht: Visuele poëzie

POËZIE

Paragraaf

5.2

Gedicht

Je weet na deze les wat een beeldgedicht is.

1 / 23

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

POËZIE

Paragraaf

5.2

Gedicht

Je weet na deze les wat een beeldgedicht is.

Slide 1 - Slide

Fictielezen

Leesboek lezen!
Pecha kucha maken

Slide 2 - Slide

Quasi interessante vragen

die je jezelf kunt stellen bij gedichten

Slide 3 - Slide

Kenmerken van gedichten

(bladzijde 94)

Meestal zegt deze vorm van het gedicht niets over de inhoud. Een gedicht kan volgens vaste patronen of juist heel los geschreven worden.

Je kunt een gedicht herkennen aan:

- (korte) regels/zinnen of woorden

- de regels staan in groepjes

- witregels

- soms rijm

Slide 4 - Slide

Visuele poëzie of beeldgedicht

Bij een beeldgedicht zegt de manier waarop het gedicht is vormgegeven WEL iets over de inhoud.

Dit gebeurt door:

- de lay-out: woorden zijn op een speciale manier geplaatst

- bijzondere lettertypes te gebruiken of lettergroottes

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Beeldgedicht 'ijs'

van Paul van Loon

Elisa van Spronsen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het knipselgedicht

Slide 15 - Slide

Opdracht 3, blz. 94

A. Welke beelden herken je in de woorden uit tekst 1?

B. Maak een letter lay-out.

Kies zelf een woord of één van deze woorden:

nerveus - presentatie - weekend - regen

Slide 16 - Slide

Wat zie je hier?

Waar gaat dit over?

Slide 17 - Slide

Paul van Ostaijen (1896-1928)

De Eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918. Deze oorlog ging aan Nederland voorbij, maar in België vielen tienduizenden burgerslachtoffers. Veel Belgen vluchtten naar het veilige Nederland, ook de 22-jarige dichter Paul van Ostaijen.

Drie jaar na de Eerste Wereldoorlog publiceerde hij het beroemde gedicht Boem Paukeslag dat gaat over de verschrikkingen in deze oorlog. Het is een van de eerste visuele gedichten in de Nederlandse literatuur.

Hoe draag je dit visuele gedicht voor?