Ontdek en benoem voedingsmiddelen!

Voedingsmiddelen herkennen en benoemen
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voedingsmiddelen herkennen en benoemen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je verschillende voedingsmiddelen herkennen en benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over verschillende
voedingsmiddelen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Introductie van voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn de producten die we eten en drinken. Ze geven ons energie en voedingsstoffen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Groep 1: Fruit en Groenten
Fruit en groenten zijn gezonde voedingsmiddelen. Voorbeelden van fruit zijn appels, bananen en sinaasappels. Voorbeelden van groenten zijn wortelen, broccoli en tomaten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Komkommer

Witlof

Radijs

Wortels

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Hoe heten de groenten?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Groep 2: Zuivelproducten
Zuivelproducten komen van dieren, zoals melk van koeien en kaas van melk. Ze zijn rijk aan calcium en proteïne.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kaassoorten

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kaas kun je verwerken in verschillende recepten.
Welke zijn dat?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Een kaasplankje maken voor een feestavond. Welke kaassoorten serveren jullie?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Groep 3: Granen en Zetmeelrijke producten
Granen en zetmeelrijke producten bevatten veel koolhydraten, zoals brood, pasta en rijst.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke producten bevatten veel koolhydraten?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Groep 4: Eiwitrijke voedingsmiddelen
Eiwitrijke voedingsmiddelen zijn belangrijk voor de opbouw van spieren en weefsels. Voorbeelden zijn vlees, vis, eieren en peulvruchten.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Eiwitrijke voedingsmiddelen zijn belangrijk voor?
A
Opbouw van spieren en weefsels
B
Voor de groei

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke vleeswaren zie je hier?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Nu weet je meer over verschillende voedingsmiddelen! 

  • Vergeet niet om gezond en gevarieerd te eten.
  • Zijn de doelen behaald?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat serveer je op een borrelplank?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Ga aan de slag!
  • Maak het werkblad; van de groentes en de vleeswaren. 
  • Bedenk in groepjes van twee, welke plank je wil serveren voor een event. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.